ECLI:NL:GHAMS:2016:5797
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- H.M.J. Quaedvlieg
- H.W.J. de Groot
- G.M. Boekhoudt
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven
Op 7 december 2016 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 12 juli 2016 was gewezen in de strafzaak met parketnummer 13-131331-16. De verdachte, geboren in 1973, had hoger beroep ingesteld, maar er was geen schriftelijke indiening van grieven gedaan. Tijdens de zitting op 7 december 2016 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Het hof heeft vastgesteld dat er geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis zijn opgegeven en dat er ook geen andere relevante belangen zijn die een onderzoek van de zaak rechtvaardigen. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 december 2016, waarbij de griffier aanwezig was. De rechters H.W.J. de Groot en G.M. Boekhoudt waren buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.