Uitspraak
mr. M.L. Dingemans, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. D.E.A.F. Aertssenen
mr. N.P.F.E. van der Peet, beiden kantoorhoudende te Maastricht,
mr. D.E.A.F. Aertssenen
mr. N.P.F.E. van der Peet,beiden kantoorhoudende te Maastricht,
2 [A] ,
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
zaakvoerder(de Belgische benaming van een bestuurder van een b.v.b.a.) van deze vennootschap (zie hierna). Jalte houdt de aandelen in het geplaatste kapitaal van Overal en is tevens bestuurder van deze vennootschap. [E] (hierna: [E] ) houdt de aandelen in het geplaatste kapitaal van Jalte. [F] , zijn vader, is de bestuurder van deze vennootschap.
zaakvoerdervan CHC.
cash flow statementnodig is over de afgelopen jaren en op maandbasis (“tot en met heden”). Als alternatief daarvoor heeft hij verzocht om, zakelijk weergegeven, de volgende stukken: jaarrekeningen (zowel van Jobpen als van haar dochtermaatschappijen/deelnemingen), balansposities (alle entiteiten), winst- en verliesrekeningen, rekening-courant-verhoudingen, overzicht van leningen aan vennootschappen en privépersonen, overzicht van (management)vergoedingen en andere betalingen aan aandeelhouders, adviseurs en managers, en koopovereenkomsten onder meer van de transactie met [J] . Voorts heeft hij verzocht om toestemming/machtiging voor het opvragen van aktes bij de notaris en financiële stukken bij de accountant.
“de informatievoorziening nog steeds nul is”,kritiek geuit op de voorgestelde leningsovereenkomst met [D] , en gevraagd om informatie daaromtrent.
3.De gronden van de beslissing
zaakvoerdervan meerderheidsaandeelhouder CHC, waar Jalte c.s. ( [E] ) kennelijk pas op 20 april 2015 van op de hoogte zijn gebracht. Daarnaast is eerstgenoemde sinds 1 oktober 2013 bestuurder van Jobpen. Door dit een en ander heeft CHC een informatievoorsprong op Jalte c.s. Naar het oordeel van de Ondernemingskamer dient in deze omstandigheden het bestuur van Jobpen in afdoende mate opening van zaken te geven door ruimhartig te zijn in het aan Jalte c.s. verstrekken van informatie, voor zover zij daar als aandeelhouders recht op hebben. De Ondernemingskamer is van oordeel dat het bestuur van Jobpen die mate van opening van zaken in ieder geval niet heeft gegeven met betrekking tot (i) de verkoop van de door Jobpen gehouden aandelen in het geplaatste kapitaal van HoK en (ii) het door [D] aan Jobpen verstrekte overbruggingskrediet.