In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal in vereniging met een valse sleutel, gepleegd op 3 april 2013 te Amsterdam, waarbij een bedrag van 18.000 euro werd weggenomen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, dat op 26 juni 2015 was uitgesproken. Tijdens de zitting heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een ander de diefstal heeft gepleegd door middel van een valse sleutel.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat dit slechts een aantekening bevatte. Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten, maar heeft de verdachte vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten. De strafbaarheid van de verdachte is niet uitgesloten, en het hof heeft de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen. De verdachte is recent moeder geworden en heeft de zorg voor haar kind.
Uiteindelijk heeft het hof besloten om een taakstraf van 25 uren op te leggen, met als alternatief 12 dagen hechtenis, in plaats van de eerder opgelegde gevangenisstraf van twee weken. De beslissing is genomen met inachtneming van de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de gevolgen voor de slachtoffers.