ECLI:NL:GHAMS:2016:5639

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 november 2016
Publicatiedatum
28 december 2016
Zaaknummer
23-002828-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Haarlem. De zaak betreft een verdachte die in 1990 is geboren en op dat moment gedetineerd was in Detentiecentrum Alphen aan den Rijn. De dagvaarding in hoger beroep was op 28 september 2016 aangeboden op een adres in Beverwijk, maar kon daar niet worden uitgereikt omdat de verdachte daar niet woonde. Op 7 oktober 2016 is de dagvaarding ter griffie uitgereikt en een afschrift naar het eerder genoemde adres verzonden. De verdachte had echter geen geldig BRP-adres en had tijdens zijn verhoor een ander adres opgegeven, waar de dagvaarding niet is geprobeerd uit te reiken.

Het hof heeft vastgesteld dat, hoewel de verdachte afstand heeft gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn bij de behandeling van de strafzaak, niet kon worden vastgesteld of hij zich bewust was van de implicaties van deze afstandsverklaring. Dit leidde het hof tot de conclusie dat de dagvaarding in hoger beroep nietig is. Het hof heeft derhalve de dagvaarding in hoger beroep nietig verklaard, wat betekent dat de procedure niet verder kan worden voortgezet. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, met de betrokken rechters en griffier aanwezig tijdens de openbare terechtzitting.

Uitspraak

parketnummer: 23-002828-16
datum uitspraak: 7 november 2016
NIET VERSCHENEN
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Haarlem van 14 augustus 2012 in de strafzaak onder parketnummer
96-029642-12 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,
adres: [adres 1] ,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in Detentiecentrum Alphen aan den Rijn te Alphen aan den Rijn.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
7 november 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep

De dagvaarding in hoger beroep is op 28 september 2016 aangeboden aan het adres [adres 2] te Beverwijk. Aldaar kon hij niet worden uitgereikt omdat de verdachte daar volgens degene die zich op dat adres bevond, niet woonde of verbleef. Op 7 oktober 2016 is de dagvaarding uitgereikt ter griffie en is een afschrift verzonden naar voormeld adres. De verdachte stond op dat adres ingeschreven van 4 juni 2014 tot 12 september 2014. Nadien beschikte hij niet over een BRP-adres.
Tijdens zijn verhoor bij de politie heeft de verdachte als adres opgegeven [adres 3] . Niet is gebleken dat is getracht de dagvaarding in hoger beroep op dat adres uit te reiken, zodat het ervoor moet worden gehouden dat dit niet is gebeurd.
Hoewel de verdachte afstand heeft gedaan van zijn recht bij de behandeling van de strafzaak aanwezig te zijn, heeft het hof niet kunnen vaststellen of de verdachte zich ervan bewust is geweest dat zijn afstandsverklaring betrekking had op de onderhavige strafzaak.
Het voorgaande brengt het hof tot het oordeel dat de dagvaarding in hoger beroep nietig is.

Beslissing

Het hof:
Verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. van Woensel, mr. R.A.F. Gerding en mr. P.B.C.D.F. van Sasse van Ysselt, in tegenwoordigheid van S. Pesch, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 7 november 2016.
Mr. P.B.C.D.F. van Sasse van Ysselt is buiten staat dit arrest te ondertekenen
[…]