ECLI:NL:GHAMS:2016:5637

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 november 2016
Publicatiedatum
28 december 2016
Zaaknummer
23-003478-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernieling door het gooien van urine tegen de deur van een politiebureau

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1983, was eerder veroordeeld voor winkeldiefstal en had zich daarnaast schuldig gemaakt aan het gooien van urine tegen de deur van een politiebureau. Dit gedrag werd door het hof gekwalificeerd als vernieling, omdat het de toegang tot en het gebruik van het verblijf belemmerde. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van twee weken geëist, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 7 november 2016 heeft de raadsman van de verdachte gepleit voor een taakstraf in plaats van een gevangenisstraf, om de verdachte in staat te stellen zijn baan als schoonmaker te behouden. Het hof heeft dit verweer echter verworpen, omdat de verdachte de door de advocaat-generaal gevorderde straf al had ondergaan en deze straf passend werd geacht. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met een aanvulling op de strafmotivering, waarin het hof artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht toevoegde aan de toepasselijke wettelijke voorschriften.

De uitspraak benadrukt de ernst van het gedrag van de verdachte en de impact daarvan op de openbare orde en het gebruik van de faciliteiten van het politiebureau. Het hof heeft de beslissing genomen in het belang van de rechtsorde en de noodzaak om dergelijk gedrag te bestraffen.

Uitspraak

parketnummer: 23-003478-15
datum uitspraak: 21 november 2016
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 27 augustus 2015 in de strafzaak onder parketnummer
13/702707-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
7 november 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht aan de toepasselijke wettelijke voorschriften toevoegt en het hof de strafmotivering zal aanvullen.

Aanvulling strafmotivering

De verdachte heeft zich, naast winkeldiefstal, schuldig gemaakt aan het (tijdelijk) onbruikbaar maken van een dagverblijf op het politiebureau door een bekertje met (zijn) urine onder/tegen de deur leeg te gooien, hetgeen het inschakelen van noodschoonmaak noodzakelijk maakte. De verdachte heeft daarmee het ongestoorde gebruik van dat verblijf belemmerd.
De raadsman heeft bepleit dat aan de verdachte in plaats van een gevangenisstraf een taakstraf wordt opgelegd, opdat de verdachte zijn baan als schoonmaker kan behouden, terwijl een gevangenisstraf de positieve ontwikkeling, die de verdachte thans doormaakt, zou doorkruisen.
Het hof passeert dit verweer nu de verdachte de door de advocaat-generaal gevorderde straf reeds heeft ondergaan en die straf alleszins passend en geboden is.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met aanvulling van de gronden zoals hiervoor weergegeven.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. van Woensel, mr. R.A.F. Gerding en mr. P.B.C.D.F. van Sasse van Ysselt, in tegenwoordigheid van S. Pesch, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 november 2016.
Mr. P.B.C.D.F. van Sasse van Ysselt is buiten staat dit arrest te ondertekenen.