ECLI:NL:GHAMS:2016:5637
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernieling door het gooien van urine tegen de deur van een politiebureau
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1983, was eerder veroordeeld voor winkeldiefstal en had zich daarnaast schuldig gemaakt aan het gooien van urine tegen de deur van een politiebureau. Dit gedrag werd door het hof gekwalificeerd als vernieling, omdat het de toegang tot en het gebruik van het verblijf belemmerde. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van twee weken geëist, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 7 november 2016 heeft de raadsman van de verdachte gepleit voor een taakstraf in plaats van een gevangenisstraf, om de verdachte in staat te stellen zijn baan als schoonmaker te behouden. Het hof heeft dit verweer echter verworpen, omdat de verdachte de door de advocaat-generaal gevorderde straf al had ondergaan en deze straf passend werd geacht. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met een aanvulling op de strafmotivering, waarin het hof artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht toevoegde aan de toepasselijke wettelijke voorschriften.
De uitspraak benadrukt de ernst van het gedrag van de verdachte en de impact daarvan op de openbare orde en het gebruik van de faciliteiten van het politiebureau. Het hof heeft de beslissing genomen in het belang van de rechtsorde en de noodzaak om dergelijk gedrag te bestraffen.