ECLI:NL:GHAMS:2016:5624
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- P.C. Römer
- M.M. van der Nat
- T. de Bont
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf in het kader van een ISD-maatregel
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 1 maart 2016. De zaak betreft een verdachte die in 1960 is geboren en momenteel gedetineerd is in PI Flevoland - HvB Almere Binnen. Het hof heeft de vordering van het Openbaar Ministerie tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf beoordeeld. De verdachte ondergaat momenteel een ISD-maatregel, die is opgelegd bij vonnis van de meervoudige strafkamer Amsterdam van 21 juli 2016. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de voorwaardelijk opgelegde straf niet ten uitvoer wordt gelegd, met het oog op de ISD-maatregel. De raadsvrouw van de verdachte heeft betoogd dat het ongewenst is om de verdachte na afloop van de ISD-maatregel nog een straf te laten uitzitten, en heeft daarnaast verwezen naar een eerdere gedeeltelijke tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, behalve ten aanzien van de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, die is vernietigd. Het hof heeft artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht aan de toepasselijke wettelijke voorschriften toegevoegd, maar dit leidde niet tot een ander oordeel over de hoogte van de opgelegde straf. Uiteindelijk heeft het hof de vordering tot tenuitvoerlegging afgewezen, omdat de verdachte reeds een ISD-maatregel ondergaat en de feiten zijn gepleegd voordat deze maatregel werd opgelegd. Het hof heeft de beslissing genomen in het belang van de verdachte, die gemotiveerd is om een schone start te maken na de ISD-maatregel.