Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Vordering van het openbaar ministerie
Vrijspraak
BESLISSING
spreektde verdachte daarvan
vrij.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Somalië en thans gedetineerd in PI Flevoland, was in eerste aanleg veroordeeld voor belediging van een ambtenaar. De tenlastelegging betrof het opzettelijk beledigen van een verbalisant door de verdachte de woorden 'Adin Omak' toe te voegen tijdens een confrontatie op 14 mei 2016 in Amsterdam. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep vrijspraak, en het hof heeft deze vordering gevolgd. Het hof oordeelde dat de betekenis van de woorden die de verdachte had gebruikt niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld. De verbalisant had verklaard dat de woorden een Arabisch-Egyptische belediging zouden zijn, maar dit was niet voldoende onderbouwd met bewijs. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken, vooral bij beschuldigingen van belediging.