ECLI:NL:GHAMS:2016:5612

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 december 2016
Publicatiedatum
27 december 2016
Zaaknummer
23-001983-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van belediging van een ambtenaar

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Somalië en thans gedetineerd in PI Flevoland, was in eerste aanleg veroordeeld voor belediging van een ambtenaar. De tenlastelegging betrof het opzettelijk beledigen van een verbalisant door de verdachte de woorden 'Adin Omak' toe te voegen tijdens een confrontatie op 14 mei 2016 in Amsterdam. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep vrijspraak, en het hof heeft deze vordering gevolgd. Het hof oordeelde dat de betekenis van de woorden die de verdachte had gebruikt niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld. De verbalisant had verklaard dat de woorden een Arabisch-Egyptische belediging zouden zijn, maar dit was niet voldoende onderbouwd met bewijs. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken, vooral bij beschuldigingen van belediging.

Uitspraak

Parketnummer: 23-001983-16
Datum uitspraak: 19 december 2016
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 26 mei 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-100786-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Somalië) op [geboortedag] 1984,
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in PI Flevoland - HvB Almere Binnen te Almere.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 5 december 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 14 mei 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk een ambtenaar, [slachtoffer], gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen: 'Adin Omak', althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof zich niet met het vonnis kan verenigen.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
De betekenis van de woorden die de verdachte aan verbalisant heeft toegevoegd, kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld. Volgens verbalisant heeft de verdachte “adin omak” tegen hem geroepen en vormen deze woorden een Arabisch-Egyptische belediging. Dit blijkt echter niet uit de stukken. Nu niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat de gebruikte woorden een belediging bevatten, dient de verdachte te worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en
spreektde verdachte daarvan
vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N.A. Schimmel, mr. P.F.E. Geerlings en mr. R.A.F. Gerding, in tegenwoordigheid van J.M. van Riel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 19 december 2016.