Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[appellante] N.V.,
[geïntimeerde],
1.Het geding in hoger beroep
- memorie van grieven, met producties;
2.Feiten
3.Beoordeling
motion tot join), hetgeen haar is toegestaan bij beslissing van 8 mei 2015. Op 11 mei 2015 heeft [geïntimeerde] haar gewijzigde eis (
amended claim form), met vorderingen jegens [appellante] bij de Engelse rechter ingediend.
amended claim formdiende te worden overgegaan te verlengen. Zij heeft vervolgens tot 1 januari 2016 de tijd gekregen om de
amended claim formaan (onder meer) [appellante] te betekenen.
amended claim formaan [appellante] buiten de Engelse jurisdictie te mogen betekenen. De Engelse rechter heeft op 15 december 2015 en 7 januari 2016 beslissingen genomen (een
ordergegeven) waarbij toestemming is verleend [appellante] buiten de Engelse jurisdictie te dagvaarden en om [S.] als gedaagde in de procedure toe te voegen. Voorts is de periode voor betekening verlengd tot 1 november 2016.
amended claim formis op 21 januari 2016 aan [appellante] betekend.
motion to join) in de voor de High Court te Londen tegen Castle aanhangige procedure, waarna [geïntimeerde] – nadat dit verzoek op 8 mei 2015 was toegewezen – op 11 mei 2015 een gewijzigde eis (
amended claim form), met vorderingen jegens [appellante] bij de rechter heeft ingediend.
amended claim form,naar aanleiding van een door haar op 19 augustus 2015 gedaan verzoek, van de Engelse rechter tot 1 januari 2016 de tijd heeft gekregen om deze aan de betrokken partijen, waaronder [appellante] , te betekenen en dat deze termijn nadien verlengd is tot 1 november 2016.
ex partekarakter hadden en dat [appellante] daarin niet was betrokken c.q. formeel daarvan in kennis was gesteld. Een en ander kon zich derhalve in beginsel geheel aan haar waarneming onttrekken en behoefde er uiteindelijk ook niet toe te leiden in de Engelse procedure daadwerkelijk tot dagvaarding c.q. tot betekening van de
amended claim formwerd overgegaan.
ex parte) verzoek bij de High Court ingediend om de reeds besproken
amended claim formaan [appellante] te mogen betekenen, dit omdat die betekening diende plaats te vinden buiten de Engelse jurisdictie. Daarop heeft de Engelse rechter op 15 december 2015 en 7 januari 2016 beslissingen genomen (een
ordergegeven) en is op 21 januari 2016 de
amended claim formaan [appellante] betekend.
amended claim formaan [appellante] op 21 januari 2016 als het tijdstip van het instellen van de eis in hoofdzaak heeft te gelden (zoals [appellante] onder overlegging van een legal opinion van Queen’s Counsel [H.] betoogt) is dit tijdstip in ieder geval niet vroeger gelegen dan op 2 september 2014, toen aan de High Court het verzoek werd gedaan om de
amended claim formin het buitenland te mogen betekenen, met welke betekening uiteindelijk de procedure tegen [appellante] is ingeleid. De daaraan voorafgaande
motion to joinen indiening van de
amended claim formzijn aan te merken als voorbereidingshandelingen teneinde [appellante] in rechte te kunnen betrekken (voor zover de onderhavige materie betreft vergelijkbaar met het verzoek om een partij in vrijwaring te mogen oproepen) en voldoen daarmee niet aan hetgeen in artikel 700 lid 3 is bepaald. [geïntimeerde] heeft weliswaar op haar beurt een
legal opinionvan [O.] , eveneens Queen’s Counsel, alsmede een verklaring van [A.] , solicitor, overgelegd waarin deze betogen dat de procedure naar Engels recht met de indiening van de
amended claim formjegens [appellante] aanhangig was, doch het
ex partekarakter daarvan staat eraan in de weg dat dit in het licht van de betrokken belangen van de beslagdebiteur, (naar Nederlands recht) als het instellen van de eis in hoofdzaak wordt aangemerkt. In dit verband is ook van betekenis dat, zoals [appellante] bij pleidooi heeft aangevoerd, volgens de
Practice Direction(19A, par. 3.3) van de
English civil Procedure Rules “A new defendant does not become a part to the proceedings until the amended claim form has been served on him”.
motion to joinen het bij deze indienen van de
amended claim formgaat echter aan het daadwerkelijk (op voor deze kenbare wijze) in rechte betrekken van de gedaagde partij vooraf en voldoen daarmee niet aan het vereiste van artikel 700 lid 3 Rv.