Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
[A]” en “
[geïntimeerde]”, aan CBW geretourneerd met bij die ondertekening de handgeschreven opmerking “
OFFERTE TYPE A”.
alleen voor het 1e deel van het onderzoek (asbestinventarisatie type A)” - een “
financiële consequentie van 40% boven de reeds eerder aan u gedane offerte” zou hebben. [geïntimeerde] is verzocht om kenbaar te maken, wanneer zij daartegen bezwaar zou hebben. Bij het uitblijven van een reactie zou men uitgaan van haar akkoord.
3.Beoordeling
grief I in principaal appelen
grief A in incidenteel appelgericht, die zich lenen voor gezamenlijke behandeling.
coördinerende en faciliterende positie” van CBW wordt toegelicht en tevens staat vermeld: “
Uiteraard zullen de gemoeide rapporten alsmede kosten rechtstreeks door Stichting CBW aan u worden verzonden/doorbelast.” Uit het feit dat de bij die brief behorende bijlage een offerte van Search betreft die is gericht aan CBW, valt eveneens op te maken dat de CVvE, althans CBW namens haar, als opdrachtgever van Search is opgetreden en niet [geïntimeerde] . Daarbij komt, ten slotte, dat de inhoud en de strekking van de daaropvolgende brief van CBW van 18 februari 2011 aan [geïntimeerde] (“
Onlangs heeft u van ons een schrijven ontvangen waarin is aangegeven dat de mogelijkheid bestaat om u aan te sluiten opeen collectief onderzoekuit te voeren door de firma Search naar de mogelijke aanwezigheid van asbest in uw pand”;(onderstreping hof
)tot eenzelfde conclusie leiden. Derhalve faalt de grief van de CVvE.
grief II in principaal appelkomt de CVvE op tegen de overweging van de rechtbank dat [geïntimeerde] door op de offerte van Search de handgeschreven opmerking “Offerte Type A “ toe te voegen, voor niet meer haar akkoord heeft gegeven dan voor slechts het uitvoeren van een asbestinventarisatie. Volgens de CVvE laat de offerte van Search geen ruimte voor een keuze en kan een asbestinventarisatie niet zonder risicobeoordeling, zodat het op de weg van [geïntimeerde] had gelegen om haar bedoelingen met deze toevoeging te verduidelijken en met een concreet alternatief te komen voor het verkrijgen van een risicobeoordeling.
grieven B en C in incidenteel appelkomt [geïntimeerde] op tegen rov 4.6 tot en met 4.8 van het bestreden vonnis. Daarin overweegt de rechtbank - samengevat - dat het weliswaar, gelet op de opmerking/ toevoeging “Offerte Type A “ van [geïntimeerde] op de offerte, op de weg van CBW had gelegen om bij [geïntimeerde] navraag te doen of zij, behalve de asbestinventarisatie, de risicobeoordeling eveneens collectief dan wel in eigen beheer wilde laten uitvoeren maar dat de CVvE daarbij werd ingehaald door de feiten, die maakten dat er met spoed tevens direct een risicobeoordeling moest worden uitgevoerd. Die urgentie was klaarblijkelijk zo hoog dat gehele of gedeeltelijke sluiting van het winkelcentrum zou volgen, als ten aanzien van de panden waar op zondag 20 februari 2011 asbest was aangetroffen die beoordeling niet op 22 februari 2011 op tafel zou liggen. Onder die omstandigheden was CBW namens de leden van de CVvE uit hoofde van (de door de rechtbank ambtshalve ex artikel 25 Rv aangevulde rechtsgrond) “zaakwaarneming” bevoegd opdracht te geven aan Search om in de betrokken panden ook de risicobeoordeling te laten voeren, zonder [geïntimeerde] daarover nog te consulteren. De CVvE heeft als zaakwaarnemer, voor zover dit redelijk is, recht op een vergoeding voor haar verrichtingen, aldus de rechtbank.
op het punt van aanlevering” stond (zie 2.10). Ook het feit dat de CVvE heeft gewacht met de uitvoering van asbestinventarisatie tot 20 februari 2011 terwijl de gemeente reeds bij brief van 28 januari 2011 over daadwerkelijk losgekomen spuitasbest in diverse panden in het winkelcentrum had bericht, wijst niet op een mate van tijdsdruk als door de CVvE gesteld. Gegeven, voorts, de omstandigheid dat [geïntimeerde] , zoals het hof zojuist heeft overwogen, slechts had ingestemd met de asbestinventarisatie en dus (nog) niet met de risicobeoordeling, had van de CVvE mogen worden verwacht dat zij bij [geïntimeerde] zou informeren of zij (alsnog) met die risicobeoordeling akkoord kon gaan.
grieven III en IV in principaal appelen
de grieven A (deels) en D in incidenteel appelgeen bespreking meer.
grief E in incidenteel appel, gericht tegen de compensatie van de proceskosten in eerste aanleg, doel treft.