ECLI:NL:GHAMS:2016:5427

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 december 2016
Publicatiedatum
22 december 2016
Zaaknummer
23-004675-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijspraak en meerdere diefstallen met mishandeling van politieambtenaar

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 5 november 2015. De verdachte was eerder vrijgesproken van enkele tenlasteleggingen, maar heeft in hoger beroep de vrijspraak aangevochten. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep voor zover dit gericht is tegen de vrijspraken, conform artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering. De zaak betreft meerdere diefstallen, gepleegd in vereniging, en de mishandeling van een politieambtenaar tijdens zijn rechtmatige uitoefening van zijn functie. De verdachte is beschuldigd van het opzettelijk mishandelen van een ambtenaar, die hem probeerde te beletten de verhoorkamer te verlaten. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich verzet heeft, wat heeft geleid tot letsel bij de ambtenaar. Daarnaast zijn er verschillende diefstallen ten laste gelegd, waaronder diefstal van een fiets en gereedschap, gepleegd door middel van inklimming. Het hof heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding toegewezen.

Uitspraak

parketnummer: 23-004675-15
datum uitspraak: 14 december 2016
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 5 november 2015 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 15-068336-14, 15-203226-13, 15-107032-13, 15-710178-15 en 15-710355-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1969,
adres: [adres 1],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in PI Noord Holland Noord - HvB Zwaag te Zwaag.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is door de rechtbank Noord-Holland vrijgesproken van hetgeen aan hem in de zaak met parketnummer 15-068336-14 onder 1 en in de zaak met parketnummer 15-107032-13 primair en subsidiair is ten laste gelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissingen geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraken.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
30 november 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlasteleggingen

Aan de verdachte is – voor zover nog aan de orde in hoger beroep – ten laste gelegd dat:
Zaak met parketnummer 15-068336-14:
2:
hij op of omstreeks 20 maart 2014 te IJmuiden, gemeente Velsen, opzettelijk mishandelend een ambtenaar, te weten [slachtoffer 1], gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening (brigadier van Politie Noord-Holland belast met het verhoor van verdachte), (terwijl die [slachtoffer 1] hem probeerde te beletten de verhoorkamer te verlaten) met zijn hand(en) tegen zijn kin althans in/tegen zijn gezicht en/of zijn hoofd heeft geslagen en/of gestompt en/of (nadat [slachtoffer 1] middels een nekklem probeerde het verzet van verdachte te breken) verzet bleef plegen door (wild) om zich heen te slaan en/of door zich uit de greep van die [slachtoffer 1] proberen te werken, waardoor die [slachtoffer 1] (samen met verdachte) ten val is gekomen, waardoor voornoemde ambtenaar letsel (schaafwond(en) en/of gebroken rib(ben))heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
Zaak met parketnummer 15-203226-13
1:
Hij op of omstreeks 22 februari 2013 te Beverwijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (dames)fiets, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Regiopolitie Kennemerland, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
2:
hij in de periode van 18 februari 2013 tot en met 20 februari 2013 te Beverwijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (bouw)terrein (gelegen aan de [adres 2] ter hoogte van perceel [perceel nummer]) heeft weggenomen een of meerdere (koperen) kabel(s) en/of meta(a)l(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van inklimming;
3:
hij in de periode van 18 februari 2013 tot en met 20 februari 2013 te Beverwijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (bouw)terrein (gelegen aan de [adres 2] ter hoogte van perceel [perceel nummer]) heeft weggenomen een of meerdere (koperen) kabel(s) en/of meta(a)l(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van inklimming;
Zaak met parketnummer 15-710355-14 (gevoegd):
1:
hij op of omstreeks 17 oktober 2014 te Beverwijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen in/uit een winkel gelegen aan de Spoorsingel, een verpakking met vlees en/of een zak snoep, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijfsnaam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Zaak met parketnummer 15-710178-15 (gevoegd):
1:
hij op of omstreeks 29 september 2014 te Beverwijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd (tussen 04:00 en 05:00 uur) op een besloten erf, waarop een woning staat, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen vanuit een schuur (behorende bij een woning gelegen aan de [adres 3], aldaar), een of twee acculader(s) (merk Bosch) en/of drie, althans een of meerdere boormachine(s) en/of een snijbrander en/of een slijpmachine (merk Metabo) en/of een buigijzer en/of een schuurmachine (merk Bosch) en/of een of twee haspel(s) en/of drie, althans een of meerdere kabel(s), althans een (grote) hoeveelheid gereedschap en/of een hoeveelheid bouw- en/of installatiemateriaal, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
2: (parketnummer 15-850015-15, gevoegd)
hij op of omstreeks 14 juli 2015 te Heemskerk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een pakje olijven en/of een pakje Knorr, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [bedrijfsnaam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de rechtbank.

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie

Het hof zal het openbaar ministerie ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 15-203226-13 onder 3 ten laste gelegde niet-ontvankelijk verklaren in zijn vervolging, nu dit feit identiek is aan het onder 2 van dat parketnummer ten laste gelegde feit en derhalve kennelijk abusievelijk tweemaal ten laste is gelegd.

Bewijsoverweging ten aanzien van feit 2 onder parketnummer 15-068336-14

De raadsman en de verdachte hebben ter terechtzitting in hoger beroep aangevoerd dat er geen sprake was van opzet, ook niet in voorwaardelijke zin, op het letsel dat [slachtoffer 1] heeft opgelopen omdat het gros van het letsel is opgelopen na het toepassen van de nekklem en bij de val op de grond. Subsidiair heeft de verdachte aangevoerd dat hij niet door [slachtoffer 1], maar door anderen naar de grond is gewerkt, en dat hij mitsdien niet degene is geweest die aan [slachtoffer 1] letsel heeft toegebracht.
Het hof verwerpt het verweer en overweegt hieromtrent het volgende.
Uit de aangifte van [slachtoffer 1] en het proces-verbaal van bevindingen van 21 maart 2014 van verbalisanten [verbalisant] en [slachtoffer 1] volgt dat de verdachte zich in een kleine ruimte, namelijk een verhoorkamer, bevond samen met [slachtoffer 1]. Uit hetgeen [slachtoffer 1] heeft aangegeven en gerelateerd, volgt dat de verdachte op enig moment getracht heeft deze ruimte te verlaten. [slachtoffer 1] heeft de verdachte daarop vastgepakt, waarna deze wild om zich heen is gaan slaan, waarbij [slachtoffer 1] op zijn hoofd en kin is geraakt. [slachtoffer 1] heeft toen een nekklem aangebracht, waarbij hij en de verdachte ten val zijn gekomen. Daarbij heeft [slachtoffer 1] letsel opgelopen, waaronder twee gebroken ribben. Het hof heeft geen reden te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van de verklaringen/bevindingen van [slachtoffer 1]. Reeds daarom wordt het verweer van de verdachte dat hij door anderen dan [slachtoffer 1] naar de grond is gebracht verworpen. Het hof is voorts van oordeel dat de verdachte, door zich in een kleine ruimte te verzetten tegen de handelingen van [slachtoffer 1] door wild om zich heen te slaan en niet mee te werken aan een nekklem, minst genomen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat [slachtoffer 1] letsel zou oplopen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer
15-068336-14 onder 2, in de zaak met parketnummer 15-203226-13 onder 1 en 2, in de zaak met parketnummer 15-710355-14 en in de zaak met parketnummer 15-710178-15 onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak met parketnummer 15-068336-14:
2:
hij op 20 maart 2014 te IJmuiden, gemeente Velsen, opzettelijk mishandelend een ambtenaar, te weten [slachtoffer 1], gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening (brigadier van Politie Noord-Holland belast met het verhoor van verdachte), terwijl die [slachtoffer 1] hem probeerde te beletten de verhoorkamer te verlaten, met zijn handen tegen zijn kin heeft geslagen en, nadat [slachtoffer 1] middels een nekklem probeerde het verzet van verdachte te breken, verzet bleef plegen door zich uit de greep van die [slachtoffer 1] proberen te werken, waardoor die [slachtoffer 1] samen met verdachte ten val is gekomen, waardoor voornoemde ambtenaar schaafwonden en gebroken ribben heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
Zaak met parketnummer 15-203226-13
1:
hij op 22 februari 2013 te Beverwijk, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets, toebehorende aan Regiopolitie Kennemerland;
2:
hij in de periode van 18 februari 2013 tot en met 20 februari 2013 te Beverwijk, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening van een terrein, gelegen aan de [adres 2] ter hoogte van perceel [perceel nummer], heeft weggenomen koperen kabels toebehorende aan [slachtoffer 2], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van inklimming;
Zaak met parketnummer 15-710355-14:
1:
hij op 17 oktober 2014 te Beverwijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een winkel gelegen aan de Spoorsingel, een verpakking met vlees en een zak snoep, toebehorende aan [bedrijfsnaam];
Zaak met parketnummer 15-710178-15:
1:
hij op 29 september 2014 te Beverwijk tezamen en in vereniging met een ander, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd (tussen 04:00 en 05:00 uur) op een besloten erf waarop een woning staat, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen vanuit een schuur, behorende bij een woning gelegen aan de [adres 3], twee acculaders (merk Bosch), drie boormachines, een snijbrander, een slijpmachine (merk Metabo), een buigijzer, een schuurmachine (merk Bosch), twee haspels en drie kabels, toebehorende aan [slachtoffer 3];
2: parketnummer 15-850015-15
hij op 14 juli 2015 te Heemskerk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een pakje olijven en een pakje Knorr, toebehorende aan de [bedrijfsnaam].
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het in de zaak met parketnummer 15-068336-14 onder 2 bewezen verklaarde levert op:
mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Het in de zaak met parketnummer 15-203226-13 onder 1, bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen.
Het in de zaak met parketnummer 15-203226-13 onder 2 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van inklimming.
Het in de zaken met parketnummers 15-710355-14 en 15-710178-15 onder 2 bewezen verklaarde levert op:
telkens: diefstal.
Het in de zaak met parketnummer 15-710178-15 onder 1 bewezen verklaarde levert op:
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd op een besloten erf waarop een woning staat door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg het in de zaak met parketnummer 15-068336-14 onder 2, in de zaak met parketnummer 15-203226-13 onder 1 en 2, in de zaak met parketnummer 15-710355-14 en in de zaak met parketnummer 15-710178-15 onder 1 en 2 bewezen verklaarde veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mishandeling van een politieambtenaar. Mishandeling van ambtenaren in functie is zeer hinderlijk en kwetsend. Het optreden van de verdachte getuigt van gebrek aan respect voor de betrokken verbalisant en voor het door de politie vertegenwoordigde gezag. Niet alleen kunnen mishandelingen voor de desbetreffende ambtenaren ingrijpende gevolgen hebben voor hun werkplezier en functioneren, tevens kunnen onrust en gevoelens van onveiligheid bij deze ambtenaren, en binnen de samenleving in het algemeen, hierdoor worden versterkt.
Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan verschillende diefstallen van onder andere een fiets, etenswaren en gereedschap, alleen en in vereniging, door middel van inklimming en gedurende voor de nachtrust bestemde tijd. Dit betreffen ernstige feiten die de gedupeerden veel hinder en overlast bezorgen en doorgaans schade opleveren. Bovendien dragen dergelijke feiten bij aan gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving. Door aldus te handelen heeft de verdachte ervan blijk gegeven geen respect te hebben voor andermans eigendom.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 15 november 2016 is hij eerder ter zake van vermogensdelicten onherroepelijk veroordeeld. Dit heeft de verdachte er niet van weerhouden om andermaal strafbare feiten te plegen en weegt in zijn nadeel.
Het hof acht, gelet op de aard van de bewezenverklaarde feiten en straffen die in vergelijkbare gevallen plegen te worden opgelegd, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden, passend en geboden.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 500,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 15-068336-14 onder 2 bewezen verklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 36f, 57, 63, 300, 304, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het in de zaken met parketnummer 15-068336-14 onder 1 en parketnummer 15-107032-13, primair en subsidiair ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart het openbaar ministerie ter zake van het in de zaak met parketnummer 15-203226-13 onder 3 ten laste gelegde niet-ontvankelijk in zijn strafvervolging.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 15-068336-14 onder 2, in de zaak met parketnummer 15-203226-13 onder 1 en 2, in de zaak met parketnummer 15-710355-14 en in de zaak met parketnummer 15-710178-15 onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 15-068336-14 onder 2, in de zaak met parketnummer 15-203226-13 onder 1 en 2, in de zaak met parketnummer 15-710355-14 en in de zaak met parketnummer 15-710178-15 onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 1] ter zake van het in de zaak met parketnummer 15-068336-14 onder 2 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 500,00 (vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 1], ter zake van het in de zaak met parketnummer 15-068336-14 onder 2 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 500,00 (vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.E. Kleene-Krom, mr. H.W.J. de Groot en mr. H.M.J. Quaedvlieg, in tegenwoordigheid van mr. L.J.M. Klop, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
14 december 2016.
mr. A.E. Kleene-Krom en mr. H.W.J. de Groot zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen
=========================================================================
[.]