ECLI:NL:GHAMS:2016:5387

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 december 2016
Publicatiedatum
20 december 2016
Zaaknummer
23-004188-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep wegens onjuiste betekening

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een verdachte die niet is verschenen op de zitting. De advocaat-generaal had de dagvaarding voor de terechtzitting in hoger beroep betekend, maar het hof heeft vastgesteld dat deze niet correct was betekend. De verdachte was niet ingeschreven in de basisregistratie personen en had een ander adres opgegeven tijdens zijn verhoor bij de politie. Het hof oordeelt dat de dagvaarding op het verkeerde adres is betekend, waardoor de dagvaarding in hoger beroep nietig wordt verklaard. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman, maar concludeert dat de procedure niet correct is gevolgd. De beslissing van het hof is dat de dagvaarding in hoger beroep nietig wordt verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder kan worden behandeld.

Uitspraak

parketnummer: 23-004188-15
datum uitspraak: 9 november 2016
NIET VERSCHENEN
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 2 oktober 2015 in de strafzaak onder parketnummer 15-142496-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedag] 1990,
adres: [adres 1]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
9 november 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het
Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep

Blijkens de door de advocaat-generaal overlegde aktes van de betekening van de dagvaarding voor de zitting in hoger beroep is de verdachte gedagvaard middels verzending van de dagvaarding naar [adres 1] en, als verdachte zonder vaste woon- en verblijfplaats hier te lande, aan de griffier.
Het hof stelt vast dat de verdachte niet staat ingeschreven in de basisregistratie personen. Tijdens zijn verhoor bij de politie op 16 juli 2015 heeft de verdachte als adres opgegeven [adres 2] te Utrecht. Naar het oordeel van het hof had de dagvaarding in hoger beroep op dat adres moeten worden betekend. Nu dit niet is gebeurd, zal het hof de dagvaarding voor de terechtzitting in hoger beroep nietig verklaren.

Beslissing

Het hof:
Verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.W. Moors, mr. A.E. Kleene-Krom en mr. R.P. den Otter, in tegenwoordigheid van
G.J. van Klompenburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 9 november 2016.
Mr. R.P. den Otter is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.