ECLI:NL:GHAMS:2016:5342

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 december 2016
Publicatiedatum
19 december 2016
Zaaknummer
23-002826-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van verstoring openbare orde

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor het verstoren van de openbare orde op 31 januari 2014 in Amsterdam, waar hij een verbalisant beledigde. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte dezelfde straf zou krijgen als in eerste aanleg was opgelegd. Tijdens de zitting in hoger beroep op 9 november 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat uit het dossier onvoldoende bewijs blijkt dat de verdachte de openbare orde heeft verstoord. De enkele uitlating van de verdachte, die door omstanders met lachen werd ontvangen, voldeed niet aan de criteria van verstoring van de openbare orde zoals vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening van Amsterdam. Het hof heeft daarom het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij mr. R.P. den Otter niet in staat was het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

parketnummer: 23-002826-16
datum uitspraak: 23 november 2016
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 21 juli 2016 in de strafzaak onder parketnummer
96-211381-14 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1963,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
9 november 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 31 januari 2014, in de gemeente Amsterdam, op of aan de weg, de Burgemeester de Vlughtlaan, zich onnodig heeft opgedrongen, anderen heeft lastig gevallen, of op andere wijze de orde heeft verstoord immers heeft hij, verdachte, luidkeels tegen een verbalisant gezegd: "Je bent een mongool", althans woorden van gelijke aard of strekking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, reeds omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 395a van het Wetboek van Strafvordering.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Uit de stukken van het dossier blijkt onvoldoende dat de verdachte de openbare orde heeft verstoord als bedoeld in artikel 2.2 lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Amsterdam 2008, nu slechts is gebleken dat de omstanders op de uitlating van de verdachte reageerden door te lachen. De verdachte zal daarom van het hem ten laste gelegde feit worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.W. Moors, mr. A.E. Kleene-Krom en mr. R.P. den Otter, in tegenwoordigheid van
G.J. van Klompenburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 23 november 2016.
Mr. R.P. den Otter is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[.]