Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam op 16 februari 2016 in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 8 januari 2014. De verdachte, geboren in Irak in 1974, werd beschuldigd van het bezit van vervalste reisdocumenten. In de eerste zaak, met parketnummer 13/101664-12, werd de verdachte verweten dat hij op 6 januari 2011 in Amsterdam samen met anderen in het bezit was van een vervalst Iraaks paspoort. In de tweede zaak, met parketnummer 13/214479-12, werd hem verweten dat hij op 11 oktober 2012 in Amsterdam een ander vervalst paspoort had. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte redelijkerwijs moest vermoeden dat de paspoorten vervalst waren, gezien de omstandigheden waaronder deze waren verkregen. De verdediging voerde aan dat de verdachte had gehandeld op advies van de Iraakse ambassade, maar het hof verwierp dit argument. Het hof oordeelde dat de verdachte niet de nodige stappen had ondernomen om de echtheid van de paspoorten te verifiëren. Het vonnis van de politierechter werd vernietigd, en de verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken met een proeftijd van twee jaar. Het hof hield rekening met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren begaan, evenals met het feit dat de verdachte niet eerder strafrechtelijk was veroordeeld.