In deze zaak gaat het om een tuchtrechtelijke klacht van een klager tegen een kandidaat-notaris. Klager verwijt de kandidaat-notaris dat zij opzettelijk fraude heeft gepleegd door de akte van verdeling en levering zonder overleg met hem na ondertekening te wijzigen. De klacht is ingediend op 15 april 2016 tegen een eerdere beslissing van de kamer voor het notariaat in Amsterdam, die de klacht van klager gegrond had verklaard en de kandidaat-notaris een ontzegging van zes maanden had opgelegd. Het hof heeft de zaak behandeld op 29 september 2016, waarbij zowel klager als de kandidaat-notaris en haar gemachtigde aanwezig waren.
Het hof heeft vastgesteld dat de kandidaat-notaris de akte heeft gepasseerd met een wijziging die niet aan klager en zijn ex-partner was gecommuniceerd. De kandidaat-notaris had de pagina met de polisnummers gewisseld zonder hen hiervan op de hoogte te stellen. Dit handelen is in strijd met haar zorgplicht en wordt als tuchtrechtelijk verwijtbaar beschouwd. Het hof heeft de eerdere beslissing van de kamer vernietigd en de maatregel van ontzegging van de bevoegdheid om waar te nemen voor de duur van vijftien maanden opgelegd, in plaats van de eerder opgelegde zes maanden. Het hof oordeelt dat de kandidaat-notaris in ernstige mate in gebreke is gebleven in haar werkzaamheden, wat het vertrouwen in het notariaat heeft geschaad.