Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
- € 487.500,- aan [geïntimeerde sub 2] ;
- € 314.122,- aan [geïntimeerde sub 3] ;
- € 42.500,- aan [X] ;
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had op 26 februari 2014 een eindvonnis gewezen in een geschil tussen [appellant] en [X] c.s., die gezamenlijk de vennootschap onder firma 'Hotel Di-Ann' exploiteerden. De zaak draait om de verdeling van de activa en passiva van de vennootschap, waarbij financiële onregelmatigheden door [X] c.s. aan de orde zijn. De rechtbank had geoordeeld dat de vof per 31 december 2003 was ontbonden en dat de afrekening moest plaatsvinden op basis van een conceptjaarrekening die door de deskundige DKN was opgesteld. [appellant] heeft in hoger beroep 16 grieven ingediend, die zich richten tegen de wijze van totstandkoming van het deskundigenrapport en de inhoud daarvan. Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de deskundige, drs. E. Koning, RA, zijn rapport op basis van de beschikbare informatie heeft opgesteld en dat de bevindingen van de deskundige als deugdelijk uitgangspunt voor de beslissingen kunnen dienen. Het hof heeft de grieven van [appellant] verworpen en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. [appellant] is veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.