ECLI:NL:GHAMS:2016:517

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 februari 2016
Publicatiedatum
18 februari 2016
Zaaknummer
23-003437-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van heling van een snorfiets na onvoldoende bewijs van wetenschap van diefstal

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Irak in 1994, was aangeklaagd voor heling van een snorfiets, die op 5 mei 2014 was gestolen. De tenlastelegging omvatte zowel primair als subsidiair de beschuldiging van het wegnemen van de snorfiets, alsook het verwerven of voorhanden hebben van een door misdrijf verkregen goed. Tijdens de zitting in hoger beroep op 29 januari 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op het moment van aanhouding als bijrijder op de snorfiets zat, die geen sleutel in het contact had en waarvan de voorkap openstond. De verdachte verklaarde dat hij bij de bushalte stond te wachten en door een medeverdachte een lift aangeboden kreeg. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de snorfiets een door misdrijf verkregen goed was. De verbalisanten hadden bij hun eerste waarneming enkel gezien dat er geen sleutel in het contact zat, wat niet voldoende bewijs opleverde voor de wetenschap van de verdachte.

Daarom heeft het hof het primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen verklaard en de verdachte vrijgesproken. Tevens werd de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke werkstraf afgewezen, nu de verdachte werd vrijgesproken van de nieuwe aanklacht. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en deed opnieuw recht, waarbij de verdachte werd vrijgesproken van alle beschuldigingen.

Uitspraak

parketnummer: 23-003437-14
datum uitspraak: 12 februari 2016
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 27 augustus 2014 in de strafzaak onder de parketnummers 13-104625-14 en 13-650997-12 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Irak) op [geboortedag] 1994,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 29 januari 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
primair:
hij op of omstreeks de periode van 04 mei 2014 tot en met 05 mei 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit/vanaf de (openbare) weg, de [adres 2] heeft weggenomen, een (1) snorfiets, merk Puch Zip (zilver/grijskleurig; kenteken [kentekennummer]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, (door, toen en daar, het beugelslot van voormelde snorfiets open/stuk te breken, althans te forceren);
subsidiair:
hij op of omstreeks de periode van 04 mei 2014 tot en met 05 mei 2014 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een (1) snorfiets (merk Puch Zip, zilver/grijskleurig, kenteken [kentekennummer]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voormelde snorfiets wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moet(en) vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vrijspraak

Primair
Het primair ten laste gelegde kan niet worden bewezen verklaard, zodat de verdachte hiervan dient te worden vrijgesproken.
Subsidiair
Evenmin kan wettig bewezen worden verklaard hetgeen de verdachte subsidiair is ten laste gelegd.
Het hof gaat hierbij uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Op 5 mei 2014 zien verbalisanten twee personen op een snorfiets rijden. Bij het voorbij rijden, zien zij dat er geen sleutel in het contact van de snorfiets zit. Na een korte achtervolging treffen de verbalisanten de snorfiets geparkeerd op de stoep aan en wordt de verdachte als bijrijder van de snorfiets aangehouden. De verbalisanten zien dan dat de voorkap van de snorfiets open staat, dat de bekabeling van het contactslot is losgemaakt en dat het slot van de buddyseat is verwijderd. Bij navraag blijkt de snorfiets te zijn gestolen. De verdachte verklaart dat hij bij de bushalte stond te wachten en dat de medeverdachte hem een lift aanbood. Hierop is hij achterop de snorfiets gestapt. Op dat moment heeft hij de later door de verbalisanten geconstateerde gebreken niet gezien, aldus de verdachte.
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden is niet aannemelijk geworden dat de verdachte, toen hij achterop de snorfiets stapte, moet hebben gezien dat deze een door misdrijf verkregen goed was, nog daargelaten de beantwoording van de vraag of de verdachte de snorfiets heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen. Ook de verbalisanten hebben bij de eerste waarneming van de snorfiets slechts gezien dat er geen sleutel in het contact zat; iets waar verbalisanten wellicht goed op letten, maar wat aan de waarneming van gewone burgers nog wel eens wil ontsnappen. Bewijs dat de verdachte wist of redelijkerwijze had moeten vermoeden dat de snorfiets een door misdrijf afkomstig goed was, ontbreekt daarom. Gelet hierop acht het hof het subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de kinderrechter te Amsterdam van 4 oktober 2012 opgelegde voorwaardelijke werkstraf voor de duur van 10 uur, subsidiair 5 dagen jeugddetentie. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Nu de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Amsterdam van 26 juni 2014, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de kinderrechter te Amsterdam van 4 oktober 2012, parketnummer 13-650997-12, voorwaardelijk opgelegde werkstraf voor de duur van 10 uur, subsidiair 5 dagen jeugddetentie.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.F.J.M. de Werd, mr. R.P.P. Hoekstra en mr. M.M. van der Nat, in tegenwoordigheid van mr. A.S. Metgod, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
12 februari 2016.
De griffier is buiten staat de arresten mede te ondertekenen.