ECLI:NL:GHAMS:2016:5161
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep kort geding
- S.F. Schütz
- W.H.F.M. Cortenraad
- G.C. Boot
- Rechtspraak.nl
Beslagrecht en echtscheiding: Verhaal van geldschuld op banktegoeden na ontbinding van huwelijksgemeenschap
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een kort geding dat is ingesteld door [appellant] tegen [geïntimeerde] na een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam. De voorzieningenrechter had op 20 april 2016 beslist dat de executoriale beslagen die [appellant] had gelegd op de bankrekeningen van [geïntimeerde] moesten worden opgeheven. [appellant] had deze beslagen gelegd om een geldschuld van zijn ex-echtgenoot [A] te verhalen, die voortkwam uit een lening die [appellant] aan [A] had verstrekt. De echtscheiding tussen [geïntimeerde] en [A] was uitgesproken op 13 november 2013, en de gemeenschap van goederen was van rechtswege ontbonden. Het hof oordeelt dat [appellant] de schuld van [A] niet kan verhalen op de bankrekeningen van [geïntimeerde] omdat er onvoldoende bewijs is dat de tegoeden op die rekeningen afkomstig zijn uit de ontbonden gemeenschap van goederen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter en veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep.