In deze zaak heeft klager een klacht ingediend tegen twee notarissen, [notaris 1] en [notaris 2], wegens vermeend onzorgvuldig handelen bij het opstellen van een conceptakte van levering van een appartement. Klager had op 30 maart 2010 een appartement gekocht en was overeengekomen dat de levering op 1 oktober 2012 zou plaatsvinden. Echter, er ontstond een geschil over de oppervlakte van het appartement, wat leidde tot juridische stappen van klager tegen de verkoper. Klager gaf de notarissen de opdracht om de levering te verzorgen, maar er ontstonden problemen met de conceptakte die door hen was opgesteld. Klager stelde dat de notarissen niet adequaat hadden gehandeld door een conceptakte op te stellen die afweek van de koopovereenkomst en dat zij hem niet op de hoogte hadden gesteld van belangrijke communicatie met de verkoper.
Het hof heeft de klacht van klager ongegrond verklaard. Het hof oordeelde dat de notarissen, die op de hoogte waren van de juridische procedure tussen klager en de verkoper, een conceptakte hadden opgesteld die voldeed aan de wensen van klager. De bepalingen in de conceptakte waren niet onjuist en het hof vond het niet klachtwaardig dat de notarissen pas na de afwijzing van de conceptakte door de verkoper een alternatieve tekst hebben voorgesteld. Het hof concludeerde dat de notarissen hun verplichtingen naar behoren waren nagekomen en dat er geen tuchtrechtelijk verwijt kon worden gemaakt. De beslissing van de kamer werd bevestigd.