ECLI:NL:GHAMS:2016:482

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 februari 2016
Publicatiedatum
15 februari 2016
Zaaknummer
23-002531-09
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing schorsing van de vervolging in strafzaak met meerdere tenlasteleggingen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de opheffing van de schorsing van de vervolging van de verdachte, die in 1987 is geboren. De verdachte was eerder geschorst vanwege zijn geestelijke gezondheidstoestand, maar het hof heeft vastgesteld dat hij niet meewerkte aan het vaststellen van zijn geestelijke gesteldheid. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de gemachtigde van de verdachte. De behandeling van de zaak is voortgezet ondanks de onduidelijkheid over het verblijfadres van de verdachte.

De verdachte is in hoger beroep vrijgesproken van de primair ten laste gelegde feiten, maar is wel schuldig bevonden aan het subsidiair ten laste gelegde van medeplegen van schuldheling en bedreiging met zware mishandeling. Het hof heeft geoordeeld dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf is afgewezen. Het hof heeft besloten geen straf of maatregel op te leggen, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het tijdsverloop sinds de bewezenverklaarde feiten.

De uitspraak van het hof vernietigt het eerdere vonnis en heft de schorsing van de vervolging op. De verdachte wordt vrijgesproken van het primair ten laste gelegde, maar is schuldig aan de subsidiaire tenlasteleggingen. De beslissing is genomen door een meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters N.A. Schimmel, M.L. Leenaers en J.W. Moors aanwezig waren.

Uitspraak

parketnummer: 23-002531-09
datum uitspraak: 12 februari 2016
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 26 maart 2009 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-447260-08 en 13-443601-07, alsmede 13-431047-07 (TUL), 13-447162-05 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987,
adres: [adres 1]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 15 augustus 2013, 27 mei 2015 en 29 januari 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de gemachtigde van de verdachte naar voren is gebracht.

Omvang van het hoger beroep

Nu het openbaar ministerie in eerste aanleg niet-ontvankelijk is verklaard in de vordering tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de kinderrechter in Amsterdam d.d. 11 mei 2006 in de zaak met parketnummer 15-447162-05 opgelegde, niet ten uitvoer gelegde straf, gaat het hof ervanuit uit dat het appel zich niet hiertegen richt.

Geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep

De voorzitter heeft ter terechtzitting medegedeeld dat de oproeping in hoger beroep is verzonden naar de [adres 1], het adres waar verdachte sedert 2 november 2015 volgens de ID-staat SKDB staat ingeschreven. De oproeping en de akte zijn, nadat was gebleken dat de oproep niet betekend is kunnen worden, retour gezonden waarna de oproeping aan de griffier is betekend en per post naar voornoemd adres is gezonden. Er is tevens een oproeping naar het adres [adres 2] in Amsterdam gezonden, nu verdachte dat adres eerder als verblijfadres heeft opgegeven. Gelet op het feit dat de oproeping op de bij de wet voorgeschreven wijze aan de griffier is betekend, acht het hof de oproeping geldig.
Er bevinden zich in het dossier vele adressen van de verdachte. Het is onduidelijk op welk adres de verdachte daadwerkelijk verblijft.
De gemachtigd raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting gemeld dat hij de zus van de verdachte op de hoogte heeft gebracht van de zittingsdatum en - tijd.
Gelet op rechtsgeldige betekening, de mededeling van de raadsman van verdachte ter terechtzitting en de bijzondere omstandigheden van deze zaak, wordt de behandeling ter terechtzitting voortgezet.

Opheffing schorsing vervolging

Op 21 februari 2012 heeft het hof de vervolging van de verdachte geschorst, omdat, gelet op de toenmalige geestelijke gezondheidstoestand van de verdachte, niet was gebleken dat verdachte in staat was de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen.
Op de zitting van 15 augustus 2013 is de opheffing van de schorsing van de vervolging door het Openbaar Ministerie niet verzocht en ook ambtshalve zag het hof daartoe geen aanleiding. Op de zitting van 27 mei 2015 is de zaak verwezen naar de raadsheer-commissaris voor het laten opmaken van een psychiatrisch rapport. Uit het pro Justitia rapport van psychiater [deskundige] van 30 september 2015 blijkt dat verdachte niet heeft gereageerd op uitnodigingen. De psychiater heeft de vragen niet kunnen beantwoorden. Dit betekent dat verdachte niet meewerkt aan het vaststellen van zijn geestelijke gesteldheid.
Het hof is gebleken dat verdachte na de beslissing van het hof tot schorsing van de vervolging op 21 februari 2012 meermalen is gedagvaard wegens verdenking van strafbare feiten. Dit heeft ook in meerdere gevallen geleid tot onherroepelijke beslissingen.
Deze omstandigheden acht het hof voldoende om de schorsing van de vervolging thans op te heffen.

Tenlasteleggingen

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Zaak met parketnummer 13-447260-08:
primair:
hij in of omstreeks de periode van 10 maart 2008 tot en met 11 maart 2008 te Leidschendam, gemeente Leidschendam-Voorburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (personen)auto (merk Renault,type Megane, kenteken [kentekennummer]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/ hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van een valse sleutel;
subsidiair:
hij op omstreeks 11 maart 2008 te Leidschendam, gemeente Leidschendam-Voorburg, en/of te Haarlemmerliede, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een (personen)auto (merk Renault, type Megane, kenteken [kentekennummer]) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moet(en) vermoeden, dat het (een) door diefstal, in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Zaak met parketnummer 13-443601-07 (gevoegd):
primair:
hij op of omstreeks 11 juli 2007 te Amsterdam [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd :"Als je zo doorgaat sla ik je tanden uit je bek", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte in de zaak met parketnummer 13-447260-08 primair is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 13-447260-08 subsidiair en in de zaak met parketnummer 13-443601-07 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak met parketnummer 13-447260-08:
subsidiair:
hij op 11 maart 2008 te Leidschendam, gemeente Leidschendam-Voorburg, en te Haarlemmerliede, tezamen en in vereniging met een ander, een personenauto merk Renault, type Megane, kenteken [kentekennummer] heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader ten tijde van de verwerving en het voorhanden krijgen redelijkerwijs hadden moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Zaak met parketnummer 13-443601-07 (gevoegd):
hij op 11 juli 2007 te Amsterdam E. [slachtoffer 2] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd: "Als je zo doorgaat sla ik je tanden uit je bek".
Hetgeen in de zaak met parketnummer 13-447260-08 subsidiair en in de zaak met parketnummer 13-443601-07 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het aanwenden van een rechtsmiddel zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het in de zaak met parketnummer 13-447260-08 subsidiair bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van schuldheling.
Het in de zaak met parketnummer 13-443601-07 bewezen verklaarde levert op:
bedreiging met zware mishandeling.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de Politierechter te Amsterdam van 10 juli 2007 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) weken met een proeftijd van 2 (twee) jaren. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Op grond van hetgeen bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder zaak A subsidiair en zaak B bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 weken, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht. Voorts is de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 13-431047-07 toegewezen.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de geschorste vervolging wordt opgeheven en dat de verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
In verband met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het tijdsverloop sinds de bewezenverklaarde feiten, acht het hof het raadzaam te bepalen dat geen straf of maatregel wordt opgelegd ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 13-447260-08 subsidiair en in de zaak met parketnummer 13-443601-07 bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Heft op de schorsing van de vervolging van de verdachte.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 13-447260-08 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 13-447260-08 subsidiair en in de zaak met parketnummer 13-443601-07 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 13-447260-08 subsidiair en in de zaak met parketnummer 13-443601-07 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het in de zaak met parketnummer 13-447260-08 subsidiair en in de zaak met parketnummer 13-443601-07 bewezen verklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Amsterdam van 3 april 2008, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter te Amsterdam van 10 juli 2007, parketnummer 13-431047-07, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaren.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N.A. Schimmel, mr. M.L. Leenaers en mr. J.W. Moors, in tegenwoordigheid van mr. L.J.M. Klop, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 12 februari 2016.
=========================================================================
[....]