ECLI:NL:GHAMS:2016:4427
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vordering tot extra winstaandeel en beslagkosten in civiele procedure
In deze zaak, die voortvloeit uit een eerder tussenarrest van 10 november 2015, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. W. Albers, vorderde een extra winstaandeel van € 50.000,00 van de geïntimeerden, waaronder Daico International B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Groenewoud. De kern van het geschil was of de appellant recht had op deze extra betaling op basis van de omzet van de Argos Bar over de jaren 2011 tot en met 2015 in vergelijking met de omzet van 2009. Het hof oordeelde dat de appellant onvoldoende bewijs had geleverd dat de voorwaarden voor de extra betaling waren vervuld, aangezien de verantwoorde omzet over de jaren 2011 tot en met 2015 lager was dan die van 2009. Bovendien ontbrak het aan voldoende bewijs voor de stelling dat er sprake was van mismanagement door de geïntimeerden.
Daarnaast betoogde de appellant dat de rechtbank ten onrechte niet had beslist op zijn vordering tot vergoeding van beslagkosten. Het hof stelde vast dat de rechtbank in het vonnis geen oordeel had gegeven over deze vordering, en oordeelde dat de beslagkosten, die door de deurwaarder waren gedeclareerd, toewijsbaar waren. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank voor zover het de beslagkosten betrof en veroordeelde de geïntimeerden hoofdelijk tot betaling van € 628,10 aan de appellant. De overige vorderingen van de appellant werden afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd.