ECLI:NL:GHAMS:2016:4355
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis inzake invoer van cocaïne door een koerier met nadere strafmotivering
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 18 februari 2016. De verdachte, geboren in Suriname, was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 27 maanden voor de invoer van cocaïne. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis bevestigt, terwijl de raadsman van de verdachte pleitte voor een lagere straf, verwijzend naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat de cocaïne niet opzettelijk was gesmokkeld. Het hof heeft de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, waaronder de impact van haar detentie op haar twaalfjarige dochter. Ondanks deze omstandigheden heeft het hof besloten de straf niet te matigen, verwijzend naar de LOVS-oriëntatiepunten die als richtlijn dienen voor de strafoplegging bij dergelijke delicten. Het hof bevestigt het vonnis van de rechtbank en voegt een nadere strafmotivering toe, waarbij het belang van een consistent landelijk straftoemetingsbeleid wordt benadrukt.