Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
- memorie van grieven, met producties;
- memorie van antwoord, met een productie.
2.Feiten
Grief 1houdt allereerst in dat ten onrechte een aantal door [appellante] opgesomde feiten niet (expliciet) als vaststaand is aangenomen, met als (gesteld) gevolg dat de vordering van [geïntimeerde] ten onrechte is toegewezen. Het hof overweegt in dit verband dat de kantonrechter niet was gehouden alle vaststaande feiten als zodanig te vermelden, maar (vanzelfsprekend) wel op basis van de vaststaande feiten had te beslissen. Het hof zal daarop (onder 3.5) terugkomen. Omdat de door de kantonrechter (wel expliciet) vastgestelde feiten niet in geschil zijn, dienen zij ook het hof tot uitgangspunt.
3.Beoordeling
grieven 2 tot en met 5kunnen tezamen worden besproken, omdat zij alle (zij het op grond van verschillende argumenten) inhouden dat het besluit van de VvE van 11 januari 2014 ongeldig, want vernietigbaar, is. De advocaat van [appellante] heeft tijdens de pleidooien in appel meegedeeld zich in verband met de beschikking van het hof van 15 december 2015 ten aanzien van deze grieven te refereren aan het oordeel van het hof. De grieven falen omdat het hof, zoals onder 3.2 is overwogen, heeft uit te gaan van de geldigheid van meergenoemd besluit van de VvE.
grief 6betoogt [appellante] dat de onder 3.1 (c) genoemde factuur van Bouw op Maat om verschillende redenen niet geheel ten laste van de VvE mag komen en daarom evenmin voor 1/3e deel voor rekening van [appellante] . [appellante] ziet hier echter over het hoofd dat de VvE bij het besluit van 11 januari 2014, van de geldigheid waarvan dient te worden uitgegaan, heeft ingestemd met de – op € 14.500,= sluitende – offerte van Bouw op Maat. [appellante] kan daarom in dit geding niet meer met vrucht de juistheid van die offerte en het daarmee gemoeide bedrag ter discussie stellen. Hetzelfde geldt ten aanzien van de door Bouw op Maat aan de VvE verzonden factuur van 20 december 2013 omdat deze overeenstemt met en verwijst naar die offerte. Het hof tekent hierbij aan dat [appellante] zich er in appel niet op heeft beroepen dat Bouw op Maat de VvE later, namelijk op 30 december 2013, een factuur heeft gestuurd die sloot op € 14.350,=. De grief faalt dus.