Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
gevestigd te Bochum, Duitsland,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, ging het om een geschil tussen de vennootschap Maya Food GmbH en Al Hoceima Import-Export B.V. over de rechtsgeldigheid van een overeenkomst die op 23 maart 2013 was ondertekend door een onbevoegd vertegenwoordiger van Maya Food. Het hof oordeelde dat op basis van Turks recht, dat van toepassing was, de vennootschap zich terecht kon beroepen op de onbevoegdheid van de ondertekenaar. Het hof had eerder in een tussenarrest van 2 februari 2016 vastgesteld dat de vertegenwoordiging van Maya Food door [A] niet rechtsgeldig was, omdat Maya Food nooit goedkeuring had verleend voor de handeling die door [A] was verricht. Al Hoceima had zich beroepen op de bepalingen van de Turkse wet op de verbintenissen, maar het hof oordeelde dat Al Hoceima niet voldoende had aangetoond dat Maya Food op de hoogte was gesteld van de vertegenwoordigingsbevoegdheid van [A]. Het hof concludeerde dat de overeenkomst niet bindend was en dat Maya Food recht had op betaling van de openstaande facturen. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en wees de vordering van Maya Food toe, waarbij Al Hoceima werd veroordeeld tot betaling van € 38.007,18, vermeerderd met wettelijke rente.