Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het beklag
2.Het verloop van de beklagprocedure
3.De overwegingen van het hof
4.Tussenbeslissing
9 maart 2016 te 16:00 uur
Gerechtshof Amsterdam
Op 4 februari 2016 heeft het Gerechtshof Amsterdam een tussenbeslissing genomen in een beklagprocedure met rekestnummer K14/0303. Het beklag is ingediend door een klager die zich richt tegen de beslissing van de officier van justitie in Amsterdam om geen strafvervolging in te stellen tegen een of meer politieambtenaren wegens mishandeling. Het klaagschrift is op 17 juli 2014 door het hof ontvangen. De beklagprocedure heeft verschillende raadkamerbehandelingen gekend, waarbij de voortgang op 17 juni 2015, 26 augustus 2015, 10 november 2015 en 20 januari 2016 aan de orde is gesteld. Tijdens de behandeling op 10 november 2015 heeft de advocaat-generaal aangegeven dat er overleg gaande was met het arrondissementsparket Noord-Holland om de voortgang van de klacht te bespreken en getuigen te horen. Echter, op 20 januari 2016 werd medegedeeld dat dit overleg nog geen resultaat had opgeleverd.
Het hof overweegt dat artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering burgers de mogelijkheid biedt om zich te beklagen bij het hof indien de officier van justitie niet overgaat tot vervolging van strafbare feiten waarbij zij belanghebbende zijn. Het hof stelt vast dat het Openbaar Ministerie niet de vereiste medewerking verleent om de noodzakelijke informatie te verstrekken, waardoor het hof in grote mate afhankelijk is van de medewerking van opsporingsinstanties en de officier van justitie. Het hof concludeert dat, 18 maanden na het indienen van het klaagschrift, de benodigde informatie nog steeds niet is verstrekt, wat de mogelijkheid tot toetsing van de vervolgingsbeslissing illusoir maakt.
Om het vertrouwen van burgers in de rechtsorde te waarborgen, geeft het hof het Openbaar Ministerie nog één kans om vóór 9 maart 2016 de resultaten van het onderzoek te verstrekken. Indien dit niet gebeurt, zal het hof de rechter-commissaris verzoeken om de benodigde onderzoekshandelingen te verrichten in het kader van een gerechtelijk vooronderzoek. De behandeling van het beklag wordt aangehouden tot 9 maart 2016, waarbij de advocaat-generaal wordt verzocht ervoor te zorgen dat het hof kan beschikken over de resultaten van het onderzoek en relevante verslagen.