ECLI:NL:GHAMS:2016:4059
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de zorgvuldigheid van de oud-notaris bij vastgoedtransactie en de gevolgen van tekortkomingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de klacht van een Officier van Justitie tegen een oud-notaris. De klacht betreft de vraag of de oud-notaris voldoende onderzoek heeft verricht naar een vastgoedtransactie waarbij de oud-notaris betrokken was. De transactie vond plaats op 13 april 2007, waarbij een woning werd geleverd aan [X], vertegenwoordigd door [Y], en waarbij een hypotheekrecht werd verleend aan [Z]. De klager stelde dat de oud-notaris onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de onderlinge verhoudingen tussen de partijen en de herkomst van de gelden, wat zou kunnen wijzen op fraude of witwassen.
Het hof oordeelde dat de oud-notaris had moeten inzien dat de betaling van de koopprijs door [Y] en het verlenen van een hypotheekrecht aan [Z] reden tot zorg moesten zijn. De oud-notaris had aantekeningen van haar onderzoek in het dossier moeten bijhouden, maar dit bleek niet te zijn gebeurd. Het hof concludeerde dat de klacht gegrond was, omdat het nalaten van een zorgvuldig onderzoek een ernstige tekortkoming is. Echter, het hof oordeelde ook dat er geen bewijs was dat de oud-notaris structureel tekortschiet in haar onderzoek bij andere transacties. Gelet op het tijdsverloop werd de maatregel van waarschuwing opgelegd, in plaats van strengere sancties.
De beslissing van het hof vernietigde de eerdere beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer en legde de oud-notaris de maatregel van waarschuwing op. Het hof benadrukte het belang van zorgvuldig onderzoek door notarissen om te voorkomen dat zij betrokken raken bij frauduleuze vastgoedtransacties.