2.De feiten
De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder het kopje “De feiten”, sub a tot en met j, een aantal feiten vastgesteld. Volgens Profhire is deze feitenvaststelling niet volledig. Zij heeft echter de juistheid daarvan, met uitzondering van de vaststelling van de kantonrechter (onder c) dat Profhire de huuropzegging van [X] voor akkoord heeft getekend, niet betwist. Ook [X] heeft dat niet gedaan, zodat ook het hof - in zoverre - van de door de kantonrechter vermelde feiten zal uitgaan. Aangevuld met de in hoger beroep gestelde en niet voldoende weersproken feiten, gaat het in deze zaak om het volgende.
a. Profhire levert ondersteuning aan bedrijven bij het ontwikkelen en uitvoeren van een integraal veiligheidsbeleid en verzorgt in dat kader opleidingen en trainingen. Zij beschikt hiervoor over een zogenoemde praktijksimulator waarin diverse ongeval scenario’s gesimuleerd kunnen worden. De praktijksimulator dient in een speciaal ingerichte ruimte te worden geplaatst.
b. Profhire heeft van [X] tegen een huurprijs van € 233,80 inclusief btw per maand een ruimte gehuurd in het bedrijfspand gelegen aan de [adres 1] om voormelde simulator te plaatsen. Blijkens de door partijen op 2 april 2008 gesloten huurovereenkomst huurde Profhire van [X] in genoemd pand:
- een opslagruimte van ongeveer 30 m2,
- een simulatorruimte ter grootte van ongeveer 53 m2 en
- een kantoorruimte van ongeveer 29 m2.
De huur van de simulatorruimte zou volgens de huurovereenkomst tot 1 juni 2011 kosteloos zijn. Profhire kon per cursus - naast de hiervoor genoemde ruimtes - een theorieruimte erbij huren. In de huurovereenkomst is - onder 1.1 - bepaald dat aan Profhire voor het verzorgen van trainingen en/of cursussen per dag per training en/of cursus € 90,= exclusief btw berekend zal worden.
c. Uit de door Profhire bij pleidooi in hoger beroep overgelegde plattegrond - waarvan de juistheid door [X] niet is weersproken - blijkt dat naast de op de eerste verdieping gelegen simulatorruimte twee ruimtes als leslokalen waren ingericht. Op de begane grond van het bedrijfspand bevond zich een receptie en een keuken met kantine alsmede sanitaire voorzieningen.
d. Het door [X] aan Profhire verhuurde pand was tevens bij haarzelf in gebruik en zij verhuurde een deel daarvan ook aan het bedrijf Fireware.
e. Bij brief van 22 november 2012 heeft [X] de huurovereenkomst met Profhire tegen 31 mei 2013 opgezegd. Deze brief is door Profhire op 13 december 2012 voor ontvangst ondertekend.
f. In een e-mail van 25 januari 2013 heeft Profhire aan [X] geschreven, voor zover van belang:
“We
hebben inmiddels het huurcontract getekend voor de [adres 2] . Ik heb een bouwbedrijf in de arm genomen om met spoed de inrichting te verzorgen. 1 maart gaat waarschijnlijk niet lukken, we gaan wel proberen om 1 april te realiseren. Conform het huurcontract is 31 mei de “laatste dag”, maar we doen ons uiterste best eerder weg te zijn. (...)
Heb ook verder geen idee wat jullie planning is? Ik zou het wel prettig vinden als je ons daarover kunt informeren.
Ik ga ervan uit dat de cursussen die wij plannen staan wel doorgang kunnen vinden conform ons huurcontract. Tevens ga ik er ook vanuit, zoals gebruikelijk de kantineruimte te kunnen gebruiken voor de lunch van cursisten. Wij zullen ook bij [A] in principe tot 31 mei het lokaal reserveren.”
g. Per e-mail van 4 februari 2013 heeft Profhire aan [X] bericht:
“
We hadden inderdaad afgesproken als ik iets weet je z.s.m. op de hoogte te brengen. Ik heb nog geen planning van de aannemer, de cursussen staan in principe gepland tot 31 mei conform huurcontract.”
h. In reactie hierop heeft [X] per e-mail van 4 februari 2013 aan Profhire geschreven:
“
Jammer om te lezen dat je nog geen planning hebt
Ik heb al aangegeven dat wij een andere mening hebben over de huur van het theorielokaal. Wij zijn van mening dat dit geen onderdeel is van onze huurovereenkomst en jij weet dat wij niet voornemens zijn om tot 31 mei het hele pand voor jou beschikbaar te houden
Omdat jij geen datum kan of wil geven, moet ik wel met mijn planning door!!! jij weet dat wij niet gaan wachten tot 31 mei
(…)
15 februari gaan wij zelf dit pand verlaten, wij nemen dan alle theorie spullen mee, 28 februari is fire ware(d.i. de andere huurder in het pand, Fireware, toevoeging hof)
ook weg. Dit betekent dat de nieuwe huurder per die datum aan de slag gaat in dit pand, boven gaat hij alle wanden eruit halen dus zal er dan ook geen theorieruimte meer zijn. Per 15 februari zal ook de keuken beneden weg zijn. De kantine is weg op 15 februari en de ontvangstruimte/receptie is leeg en onbemand.”
i. Bij brief van 15 februari 2013 heeft DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V. (verder: DAS) namens Profhire aan [X] geschreven, voor zover van belang:
“
(...) uit uw e-mail van 4 februari 2013 aan cliënt blijkt, dat u reeds voor 31 mei 2013 het pand gaat ontruimen (15 februari 2013) en op 28 februari zal een nieuwe huurder in het pand trekken.
Gelet op de huurovereenkomst en de daarin tussen partijen overeengekomen huurtermijnen kan uw actie worden gekwalificeerd als een wanprestatie, met alle gevolgen vandien.
Mijn cliënt maakt aanspraak op huurbescherming en zal het gehuurde niet verlaten. Ik wijs u erop dat (…) u gehouden blijft het rustig huurgenot aan cliënt te verschaffen. (…)
Tevens stel ik u reeds nu alsdan aansprakelijk voor de schade die cliënt lijdt en zal lijden, als gevolg van uw handelen, waardoor het voor cliënt niet meer mogelijk zal zijn om gebruik te maken van het gehuurde. Zo heeft cliënt al afspraken gemaakt met betrekking tot gebruik van de simulatorruimte, alsmede zal er sprake zijn van imagoschade en inkomstenderving.
Namens cliënt sommeer ik u dan ook, om per direct de huidige huurovereenkomst in ieder geval tot 31 mei 2013 te respecteren en het rustig huurgenot te blijven verschaffen.
Mocht u niet aan deze sommatie voldoen, stel ik u reeds nu alsdan in gebreke en aansprakelijk voor de schade die cliënt lijdt en zal lijden (…).”
j. Bij e-mail van 18 februari 2013 heeft [X] op deze brief als volgt gereageerd:
“(…)
Uiteraard respecteren wij het huurcontract met uw cliënt. De kantoorruimte die uw cliënt tegen betaling huurt staat omschreven in ons huurcontract, en deze ruimte zal tot 31 mei onaangetast en voorzien van huurgenot gewoon blijven bestaan. aan deze betaalde kantoorruimte verandert niets, de ruimte om deze kantoorruimte wordt enigszins verandert, maar ik neem gemakshalve aan dat dit het huurgenot van uw cliënt niet zal aantasten. (…) de nieuwe hoofdhuurder (…) zal per 1 maart de overige ruimtes betrekken. Hierdoor hebben er momenteel al enkele aanpassingen voorgedaan in het gebouw, en zullen er in de nabije toekomst nog enkele aanpassingen komen. (…) Enige overlast tijdens een ingrijpende verbouwing is uiteraard nooit in zijn geheel te voorkomen. Hiervoor bijvoorbaat onze excuses, en hopelijk het begrip van uw cliënt.”
k. Op 18 februari 2013 heeft [X] Profhire per e-mail onder andere het volgende bericht:
“
Natuurlijk hadden wij beter kunnen communiceren over onze werkzaamheden in het pand, dan waren deze waarschijnlijk minder koud op je dak gekomen. Maar ik had wel al gemaild dat wij de wanden boven eruit zouden halen toch? en ook de overige zaken hebben we wel besproken, wij hebben gezegd dat we zelf eruit zouden gaan in februari! (…) Dus ik begrijp voor jou dat dit plotselinge geklus in het pand voor enige overlast kan zorgen, maar je begrijpt dat het voor ons ook direct in de kosten scheelt als we zelf werkzaamheden kunnen doen.
(…) Morgen ? (of vandaag in ieder geval dinsdag) gaan de laatste muurtjes eruit om jou kantoorruimte heen. Jou kantoorruimte blijft uiteraard gewoon intact. De keuken beneden gaat eruit morgen (…). De CV is een paar dagen uit bedrijf, wordt voor 1 maart weer gemaakt, maar jij kan warmte uit je airco halen had ik begrepen. (…)”.
l. Op 20 februari 2013 schrijft [X] Profhire per e-mail onder meer:
“
Als ik niets van jou verneem over dit onderwerp ga ik die aanpassingen rond jou kantoordeel vrijdag doen. Dan ga ik er ook vanuit dat jij tot 31 mei huurt en betaald (…)
Tweede punt, maandag(d.i. 25 februari 2013, toevoeging hof)
begint de aannemer met het weghalen van de verdieping die in de garage is bijgebouwd. Er staan nog computers, brandspullen etcetc en andere spullen in deze ruimte op de tweede verdieping. Kan jij zorgen dat dit voor maandag allemaal weg is.
(…) In ieder geval gaat de aannemer de verdieping verwijderen maandag. (…)”.
m. Op 20 februari 2013 stuurt Profhire een e-mail aan [X] met de volgende tekst:
“(…)
Morgen heb ik stroom op de portocabine, volgende week telefoon en internet. Voor 1 maart zijn wij uit het kantoor.
De simulator kan ik voor maandag niet weghalen omdat dit in overleg met [B] gebeurd. Dit MOET door specialisten gedaan worden. Is al ingepland en overlegd met de nieuwe huurder [C] .
Als je dit door een aannemer laat doen zijn ALLE gevolgen voor jullie.
De volledige aansprakelijkheid en alle kosten die uit je acties voortvloeien komen direct bij jullie te liggen.”
n. Bij brief van 31 oktober 2013 van DAS heeft Profhire [X] aansprakelijk gesteld voor een schadebedrag van € 171.899,50 incl.btw. Bij brief van 2 december 2013 heeft de advocaat van [X] deze aansprakelijkstelling van de hand gewezen.