ECLI:NL:GHAMS:2016:3778
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep voor verduistering van een softwareprogramma
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 5 november 2015 was gewezen. De verdachte was beschuldigd van verduistering van een softwareprogramma dat toebehoorde aan zijn werkgever, [bedrijfsnaam 1]. De tenlastelegging betrof de periode van 1 september 2013 tot en met 29 september 2013, waarin de verdachte zou hebben geprobeerd het softwareprogramma wederrechtelijk toe te eigenen. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vrijspraak voor de verdachte had gevorderd. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte het softwareprogramma onder zich had of dat hij dit wederrechtelijk had toegeëigend. Hierdoor kon niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de betrokkenheid van de rechters C.N. Dalebout, H.M.J. Quaedvlieg en A.E. Kleene-Krom, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.