Uitspraak
Onderzoek van de zaak
21 juli 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Ter terechtzitting in hoger beroep gevoerde verweren
het onder zich nemen of gaan houden van dat voorwerp ten behoeve van de strafvordering. Het moment dat de verbalisanten de camera onder zich hebben genomen (in plaats van in de fouilleringszak te stoppen) met het doel de camera te onderzoeken, is derhalve het moment van inbeslagname geweest.
indien dit voorwerp kan dienen om de waarheid aan de dag te brengen. De inbeslagneming moet redelijkerwijze kunnen bijdragen aan het aan de dag brengen van de waarheid ter zake van het strafbare feit waarvan de verdenking bestaat dat het is begaan. Het hof stelt vast dat de verdachte is aangehouden voor diefstal van blikjes bier uit een ijs- en chocoladewinkel. Gelet op de aard van de winkel en de aard van de aldaar gestolen goederen enerzijds en de aard van het inbeslaggenomen goed anderzijds, kan niet worden gesteld dat het onderzoek aan de camera kon bijdragen aan de waarheidsvinding ten aanzien van de verdenking van de winkeldiefstal. De camera had derhalve niet inbeslaggenomen mogen worden. Het hof is daarom van oordeel dat sprake is van een vormverzuim in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering. De inbeslagname van de camera heeft onrechtmatig plaatsgevonden, welk vormverzuim niet meer kan worden hersteld.
Na controle is vastgesteld dat dit document een identieke weergave en kopie is van het originele document.”. Hierbij is digitaal getekend door de hoofdofficier van justitie. Nu deze stempel op het voorblad van het dossier staat, geldt één en ander voor het gehele dossier en dus ook voor de aangifte van diefstal van de camera. Het is vaste jurisprudentie dat een “voor fotokopie conform origineel” gewaarmerkte fotokopie van een proces-verbaal, aan een origineel proces-verbaal mag worden gelijkgesteld. Het hof verwerpt derhalve het verweer van de raadsman.
Bewijsoverweging
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
mr. N. van Dijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
4 augustus 2016.