Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant sub 1] ,
mr. J. de Haante Alkmaar,
mr. J.A. Trimbachte De Meern.
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grief 2 in incidenteel appelbetoogt Achmea dat de kantonrechter, nadat deze de contractuele rente van 1 % per maand had afgewezen, de subsidiair gevorderde wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de onder 6.3 en 6.4 toegewezen vorderingen ten onrechte niet heeft toegewezen. De grief slaagt. [appellanten] hebben de verschuldigdheid van de gevorderde wettelijke rente over de genoemde vorderingen erkend, zodat deze alsnog toewijsbaar is. Het hof zal - omwille van de leesbaarheid - de beslissingen in het dictum onder 6.3 en 6.4 vernietigen en de veroordelingen met inbegrip van wettelijke rente herformuleren, een en ander als hierna vermeld.