ECLI:NL:GHAMS:2016:3736
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen verstekarrest inzake onverschuldigde betaling en vergoeding nakosten
In deze zaak gaat het om een verzet tegen een verstekarrest dat op 25 augustus 2015 door het Gerechtshof Amsterdam is uitgesproken. De opposante, [X] GROEP B.V., heeft op 5 oktober 2015 verzet aangetekend tegen dit verstekarrest. Het hof heeft in het verstekarrest geoordeeld dat de grieven van [X] falen, maar in het verzet heeft [X] de grieven van de geïntimeerde bestreden en incidenteel appel ingesteld. De partijen hebben hun standpunten uiteengezet in verschillende memoria's, waarbij [X] heeft geconcludeerd dat het hof het verstekarrest zal vernietigen en de vorderingen van [X] zal toewijzen, terwijl de geïntimeerde heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het verstekarrest.
Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de rechtbank zijn vastgesteld in het bestreden vonnis van 19 november 2014. Het hof heeft geoordeeld dat de grieven van [X] in principaal appel niet opgaan, maar dat de grieven in incidenteel appel wel slagen. Het hof heeft vastgesteld dat [X] onverschuldigd een bedrag van € 26.853,33 aan de geïntimeerde heeft betaald, en dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat [X] slechts € 16.593,23 onverschuldigd heeft betaald. Het hof heeft de geïntimeerde veroordeeld tot betaling van het onverschuldigde bedrag aan [X].
De beslissing van het hof houdt in dat het verstekarrest wordt vernietigd en dat het vonnis van de rechtbank gedeeltelijk wordt vernietigd. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij de kosten van het principaal appel voor rekening van [X] komen en die van het incidenteel appel voor rekening van de geïntimeerde. Het hof heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het anders of meer gevorderde afgewezen.