ECLI:NL:GHAMS:2016:3695

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 september 2016
Publicatiedatum
13 september 2016
Zaaknummer
001125-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over bezwaarschrift tegen vervangende hechtenis in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 september 2016 uitspraak gedaan op een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen de tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis. De veroordeelde was in 2014 door het hof veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 30 dagen indien de taakstraf niet naar behoren zou worden verricht. Op 19 augustus 2015 had het hof eerder een bezwaar gegrond verklaard en de veroordeelde een termijn van drie maanden gegeven om de resterende taakstraf van 26 uren te voltooien. Echter, uit een rapport van Reclassering Nederland bleek dat de veroordeelde slechts 8 uren had gewerkt, waardoor de taakstraf niet naar behoren was verricht.

Het hof heeft vastgesteld dat het openbaar ministerie de beslissing tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis heeft genomen na de termijn die in artikel 22i van het Wetboek van Strafrecht is vastgesteld. Dit artikel bepaalt dat de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis alleen kan plaatsvinden binnen de termijn waarbinnen de taakstraf moet zijn voltooid of binnen drie maanden na afloop van deze termijn. Aangezien deze termijn was overschreden, heeft het hof het bezwaar van de veroordeelde gegrond verklaard.

De beslissing van het hof houdt in dat de veroordeelde nog 26 uur taakstraf moet verrichten, met de voorwaarde dat deze binnen drie maanden na de uitspraak moet zijn voltooid. De uitspraak is gedaan door de rechters G. Oldekamp, J.J.I. de Jong en F.W. van Lottum, en is openbaar uitgesproken op 20 juli 2016.

Uitspraak

beslissing
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Rekestnummer: 001125-16
Parketnummer: 23-005256-12
Beslissing op het bezwaarschrift op de voet van artikel 22g van het Wetboek van Strafrecht van:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
adres: [adres]

Inhoud van het bezwaarschrift

Het bezwaarschrift richt zich tegen het bevel van het openbaar ministerie de vervangende hechtenis ten uitvoer te leggen, op de grond dat de – resterende – taakstraf van 26 uur ter vervanging waarvan de hechtenis is opgelegd, niet naar behoren is verricht.

Procesverloop

Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak onder voormeld parketnummer en heeft op 20 juli 2016 de advocaat-generaal, de veroordeelde en de raadsman van de veroordeelde ter terechtzitting gehoord. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot gegrondverklaring van het bezwaarschrift.

Beoordeling van het bezwaarschrift

De veroordeelde is bij arrest van het gerechtshof Amsterdam van 5 maart 2014 veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 60 uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 30 dagen hechtenis.
Op 19 augustus 2015 heeft het hof het bezwaar tegen een eerdere beslissing tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis gegrond verklaard en de verdachte een termijn van drie maanden na de datum van de uitspraak vergund om de resterende uren taakstraf te verrichten. Blijkens een rapportage van Reclassering Nederland van 23 november 2015 heeft de veroordeelde de door het hof opgelegde taakstraf weer niet geheel naar behoren verricht, maar heeft slechts 8 uren gewerkt.
Op grond van artikel 22i van het Wetboek van Strafrecht kan het openbaar ministerie een beslissing tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis slechts nemen gedurende de termijn waarbinnen de taakstraf dient te zijn voltooid of binnen drie maanden na afloop van deze termijn. Deze termijn is in deze zaak overschreden nu de aan de verdachte betekende kennisgeving van omzetting ziet op het bevel van de advocaat-generaal tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis van 17 mei 2016. Het bezwaar moet derhalve als gegrond worden aangemerkt.

Beslissing

Het hof:
Verklaart het bezwaar gegrond.
Bepaalt dat de veroordeelde nog
26 (zesentwintig) uuraan taakstraf dient te verrichten.
Bepaalt dat de taakstraf binnen drie maanden na heden moet worden voltooid.
Deze beslissing is genomen door mr. G. Oldekamp, mr. J.J.I. de Jong en mr. F.W. van Lottum, in tegenwoordigheid van mr. C.J.J. Kwint, griffier en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 juli 2016.
mr. F.W. van Lottum en mr. C.J.J. Kwint zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.