ECLI:NL:GHAMS:2016:3600

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 september 2016
Publicatiedatum
6 september 2016
Zaaknummer
23-002505-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake inbraak en heling van sieraden met vrijspraken en veroordeling tot gevangenisstraf

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1984, was betrokken bij meerdere inbraken en heling van sieraden. Het hof heeft de verdachte in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, maar in hoger beroep is de straf verlaagd tot 8 maanden. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van verschillende feiten, waaronder enkele inbraken en het voorhanden hebben van een vuurwapen. De vrijspraken waren gebaseerd op onvoldoende bewijs en de verklaringen van medeverdachten die niet voldoende steun vonden in andere objectieve bewijsmiddelen. Het hof heeft echter wel bewezen verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen en opzetheling. De verdachte had een organiserende rol bij de inbraak in de woning van een 88-jarige vrouw, waarbij een sieraad werd gestolen. Het hof heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen behandeld, waarbij enkele vorderingen niet-ontvankelijk zijn verklaard. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke misdrijven.

Uitspraak

parketnummer: 23-002505-15
datum uitspraak: 6 september 2016
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 27 mei 2015 in gevoegde strafzaken onder de parketnummers
15-870485-14 (
hierna: zaak A) en 15-700475-14 (
hierna: zaak B) en 15-703359-13 (
hierna: zaak C), alsmede 14-810310-11 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1984,
adres: [adres 1].
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie en de verdachte in het hoger beroep zaak B feit 2
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep te kennen gegeven dat de bezwaren van het openbaar ministerie niet zien op de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak van de verdachte van het in zaak B onder 2 primair en subsidiair ten laste gelegde. Het hof zal daarom gelet op het in artikel 416, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering bepaalde het openbaar ministerie ten aanzien van dit feit niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep.
De verdachte is door de rechtbank Noord-Holland vrijgesproken van hetgeen aan hem in zaak B onder 2 primair en subsidiair is ten laste gelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 23 augustus 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlasteleggingen

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank en in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijzigingen is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
Zaak A met parketnummer 15-870485-14:
1. primair:
hij op of omstreeks 05 maart 2014, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen in/uit een woning gelegen aan de [adres 2], een onbekend gebleven hoeveelheid goed(eren) en/of geld en/of een goudkleurig sieraad, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die onbekend gebleven hoeveelheid goed(eren) en/of geld en/of goudkleurig sieraad onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
1. subsidiair:
[medeverdachte] op of omstreeks 05 maart 2014 te Alkmaar, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen in/uit een woning gelegen aan de [adres 2], een onbekend gebleven hoeveelheid goed(eren) en/of geld en/of een goudkleurig sieraad, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) en/of verdachte, waarbij die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die onbekend gebleven hoeveelheid goed(eren) en/of geld en/of goudkleurig sieraad onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 05 maart 2014 te Alkmaar en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
- die [medeverdachte] die woning te tonen/aan te wijzen (als een woning waar die [medeverdachte] zou kunnen inbreken), en/of
- die [medeverdachte] een breekijzer ter beschikking te stellen;
2 primair:
hij op of omstreeks 04 maart 2014 te Alkmaar, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 3] heeft weggenomen een horloge (merk: Panerai) en/of een of meer onbekend gebleven goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2 subsidiair:
hij op of omstreeks 04 maart 2014 te Alkmaar, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met [medeverdachte] en/of een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 3] weg te nemen een of meerdere goed(eren) van zijn, verdachtes en/of zijn mededaders(s) gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot bovengenoemde woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
met een of meer van zijn mededader(s) en/of die [medeverdachte] naar bovengenoemde woning is gegaan om die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) die woning te tonen/aan te wijzen (als woning waar die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) gaat/gaan inbreken”, waarna die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) (op een later tijdstip) met een breekijzer, althans met enig voorwerp, heeft geprobeerd om een deur open te breken en/of (vervolgens) een schuifpui en/of (een raam van een) schuifdeur van bovengenoemde woning heeft ingeslagen en/of (vervolgens) bovengenoemde woning is binnen gegaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
meer subsidiair:
[medeverdachte] op of omstreeks 04 maart 2014 te Alkmaar, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 3] heeft weggenomen een horloge (merk: Panerai) en/of een of meer onbekend gebleven goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 04 maart 2014 te Alkmaar en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
- die [medeverdachte] bovengenoemde woning te tonen/aan te wijzen (als een woning waar die [medeverdachte] zou kunnen inbreken), en/of
- die [medeverdachte] een breekijzer ter beschikking te stellen;
3:
hij in of omstreeks de periode van 29 september 2013 tot en met 01 oktober 2013 te Alkmaar, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 4] heeft weggenomen één of meer siera(a)d(en) en/of één of meer geldbedrag(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
4 primair:
hij in of omstreeks de periode 04 februari 2014 tot en met 5 februari 2014, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te Alkmaar, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 5] heeft weggenomen een televisietoestel en/of een ketting, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
4 subsidiair:
[medeverdachte] in of omstreeks de periode 04 februari 2014 tot en met 5 februari 2014, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te Alkmaar, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 5] heeft weggenomen een televisietoestel en/of een ketting, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks 04 februari 2014 tot en met 5 februari 2014 te Alkmaar en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door:
- die [medeverdachte] die woning te tonen/aan te wijzen (als een woning waar die [medeverdachte] zou kunnen inbreken), en/of
- die [medeverdachte] een breekijzer ter beschikking te stellen;
5 primair:
hij op of omstreeks 13 februari 2014, omstreeks 2:30 uur, althans op een voor de nachtrust bestemde tijd, te Alkmaar, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 6] weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen naar die woning is/zijn gegaan om de mededader(s) die woning te tonen/aan te wijzen (als een woning waar die mededader(s) gaat/gaan inbreken), waarna verdachte en/of zijn mededader(s) (op een later tijdstip) de (voor)deur van die woning heeft/hebben opengebroken en/of zoekend heeft/hebben rondgekeken in die woning, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5 subsidiair:
[medeverdachte] op of omstreeks 13 februari 2014, omstreeks 2:30 uur, althans op een voor de nachtrust bestemde tijd, te Alkmaar, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 6] weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen naar die woning is/zijn gegaan, waarna die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) de (voor)deur van die woning heeft/hebben opengebroken en/of zoekend heeft/hebben rondgekeken in die woning, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 13 februari 2014 te Alkmaar en/of te Nieuwe Niedorp en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
- voorafgaand aan dit feit op internet onderzoek te doen naar deze woning, en/of
- gevonden informatie met betrekking tot die woning te delen met die [medeverdachte] en/of
- die [medeverdachte] erop te wijzen dat die woning geschikt was om in te breken, en/of
- die [medeverdachte] een breekijzer ter beschikking te stellen;
6 primair:
hij in of omstreeks de periode van 18 februari 2014 tot en met 19 februari 2014, gedurende een voor de nachtrust bestemde tijd, te Alkmaar, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 7] heeft weggenomen twee, althans één of meer, fotocamera's en/of een (macro)lens en/of een statief, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
6 subsidiair:
[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 18 februari 2014 tot en met 19 februari 2014, gedurende een voor de nachtrust bestemde tijd, te Alkmaar, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 7] heeft weggenomen twee, althans één of meer, fotocamera's en/of een (macro)lens en/of een statief, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 18 februari 2014 tot en met 19 februari 2014 te Alkmaar en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
- die [medeverdachte] die woning te tonen/aan te wijzen (als een woning waar die [medeverdachte] zou kunnen inbreken), en/of
- tegen die [medeverdachte] te zeggen dat er in die woning ook wat te halen valt en dat de mensen binnenkort weg zouden zijn en dat die [medeverdachte] dan zijn slag moest slaan, althans woorden van gelijke aard of strekking,
- die [medeverdachte] een breekijzer ter beschikking te stellen;
7 primair:
hij in of omstreeks de periode van 26 februari 2014 tot en met 27 februari 2014, tussen (ongeveer) 23:00 uur en 7:00 uur, in elk geval een voor de nachtrust bestemde tijd, te Alkmaar, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 8] heeft weggenomen een laptop en/of een portemonnee en/of een portefeuille en/of een geldbedrag van (ongeveer) 350 Euro, althans enig geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
7 subsidiair:
[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 26 februari 2014 tot en met 27 februari 2014, tussen (ongeveer) 23:00 uur en 7:00 uur, in elk geval een voor de nachtrust bestemde tijd, te Alkmaar, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 8] heeft weggenomen een laptop en/of een portemonnee en/of een portefeuille en/of een geldbedrag van (ongeveer) 350 Euro, althans enig geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 26 februari 2014 tot en met 27 februari 2014 te Alkmaar en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
- die [medeverdachte] die woning te tonen/aan te wijzen (als een woning waar die [medeverdachte] zou kunnen inbreken), en/of
- die [medeverdachte] een breekijzer ter beschikking te stellen;
Zaak B met parketnummer 15-700475-14:
1. primair:
hij op of omstreeks 29 januari 2014 te Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 9] weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen naar die woning is/zijn gegaan om de mededader(s) die woning te tonen/aan te wijzen (als een woning waar die mededader(s) gaat/gaan inbreken) en/of een breekijzer aan zijn mededader(s) ter beschikking heeft gesteld, waarna verdachte en/of zijn mededader(s) (op een later tijdstip) een raam van die woning heeft/hebben opengebroken en/of die woning heeft/hebben betreden en/of zoekend rondgekeken in die woning en/of één of meer kastjes doorzocht en/of geprobeerd een (tussen)deur te verbreken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
1. subsidiair:
[medeverdachte] op of omstreeks 29 januari 2014 te Alkmaar ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 9] weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen naar die woning is/zijn gegaan, waarna die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) een raam van die woning heeft/hebben opengebroken en/of die woning heeft/hebben betreden en/of zoekend rondgekeken in die woning en/of één of meer kastjes doorzocht en/of geprobeerd een (tussen)deur te verbreken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 29 januari 2014 te Alkmaar en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door:
- die [medeverdachte] die woning te tonen/aan te wijzen (als een woning waar die [medeverdachte] zou kunnen inbreken);
2
primair:
hij op of omstreeks 14 februari 2014, omstreeks 3:00 uur, althans een voor de nachtrust bestemd tijdstip, te Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 10] weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen naar die woning is/zijn gegaan, waarna verdachte en/of zijn mededader(s) heeft/hebben geprobeerd de voordeur van die woning open te breken met een breekvoorwerp, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2 subsidiair:
[medeverdachte] op of omstreeks 14 februari 2014, omstreeks 3:00 uur, althans een voor de nachtrust bestemd tijdstip, te Alkmaar ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 10] weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen naar die woning is/zijn gegaan, waarna die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) heeft/hebben geprobeerd de voordeur van die woning open te breken met een breekvoorwerp, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 14 februari 2014 te Alkmaar en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door:
- die [medeverdachte] die woning te tonen/aan te wijzen (als een woning waar die [medeverdachte] zou kunnen inbreken), en/of
- die [medeverdachte] een breekijzer ter beschikking te stellen;
3 primair:
hij in of omstreeks de periode van 01 maart 2014 tot en met 03 maart 2014 te Alkmaar, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 11] heeft weggenomen één of meer geldbedrag(en) en/of één of meer siera(a)d(en) en/of een laptop en/of een telefoon (merk nokia) en/of een boormachine en/of een boormachine en/of een camera, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3 subsidiair:
[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 01 maart 2014 tot en met 03 maart 2014 te Alkmaar, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 11] heeft weggenomen één of meer geldbedrag(en) en/of één of meer siera(a)d(en) en/of een laptop en/of een telefoon (merk nokia) en/of een boormachine en/of een boormachine en/of een camera, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 01 maart 2014 tot en met 03 maart 2014 te Alkmaar en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door:
- die [medeverdachte] die woning te tonen/aan te wijzen (als een woning waar die [medeverdachte] zou kunnen inbreken), en/of
- die [medeverdachte] een breekijzer ter beschikking te stellen;
4:
hij op of omstreeks 13 mei 2014 te Alkmaar een wapen van categorie I onder 7°, te weten een veerdrukwapen (balletjespistool) (merk Galaxy en/of type G6), zijnde een voorwerp dat voor wat betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen en/of met een voor ontploffing bestemd voorwerp (te weten met een pistool van het merk Colt en/of type 1911 Al) voorhanden heeft gehad;
Zaak C met parketnummer 15-703359-13:
primair:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 05 april 2013 tot en met 09 april 2013 te Alkmaar met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 12]) heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sieraden (waaronder manchetknopen en/of ringen en/of kettingen), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 12], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 05 april 2013 tot en met 09 april 2013 te Alkmaar, in elk geval in Nederland, een hoeveelheid sieraden heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die sieraden wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de rechtbank.

Vrijspraken

Vrijspraak zaak A feit 2 tot en met 7 en zaak B feit 1 en 3
Het openbaar ministerie heeft zich -kort samengevat- op het standpunt gesteld dat zich in het dossier voldoende bewijs bevindt om het medeplegen van de in zaak A onder 2 tot en met 7 alsmede de in zaak B onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen te achten nu zich -kortgezegd- ten aanzien van deze feiten belastende verklaringen van [medeverdachte] in het dossier bevinden en de betreffende aangiftes hiermee in lijn zijn. Daarnaast is er bij enkele feiten sprake van specifiek steunbewijs, waaronder WhatsAppberichten.
De raadsman van de verdachte is van mening dat de verdachte van de hierboven bedoelde feiten dient te worden vrijgesproken nu -kortgezegd- de verklaringen van [medeverdachte] hierover geen steun in andere objectieve bewijsmiddelen vinden.
Overwegingen hof
Het hof stelt voorop dat de verklaringen van de medeverdachte [medeverdachte] belastend zijn voor de verdachte.
Deze vinden voorts steun in de betreffende aangiftes voor zover hieruit de plaats dan wel werkwijze bij de (poging tot) inbraken blijkt.
Er is naar het oordeel van het hof echter onvoldoende steunbewijs.
Door de advocaat-generaal genoemde feiten en omstandigheden als daar zijn door de verdachte verzonden whatsapp berichten als “
Laatsye week [naam 1] dan soeknje maar uit joenje het fixt enniet zegge naman. doen man isbbeter” roepen weliswaar vraagtekens op, maar zijn op zichzelf, noch bezien in samenhang met de overige bewijsmiddelen, voldoende concreet en specifiek om daaruit de strafrechtelijke betrokkenheid van de -ontkennende- verdachte, bij het onder A 2 tot en met 7 alsmede onder B 1 en 3 in alle varianten ten laste gelegde aan te nemen. Ook overigens vindt het hof hiervoor onvoldoende aanknopingspunten in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting.
Nu het hof deze feiten niet wettig en overtuigend bewezen acht zal het hof de verdachte hiervan vrijspreken.
Vrijspraak zaak B feit 4
In de woning waar de verdachte verbleef is een imitatievuurwapen/balletjespistool aangetroffen.
De vraag ligt voor of de verdachte dit wapen voorhanden had als bedoeld in de tenlastelegging. Daarvoor is in ieder geval vereist dat hij zich in meer of mindere mate bewust is geweest van de aanwezigheid van dit wapen in de woning.
Het hof beantwoordt deze vraag ontkennend op grond van het volgende.
De woning aan de [adres 13] te Alkmaar, waar de verdachte sinds enkele maanden verbleef, was niet van hemzelf maar van een vriend wiens inboedel en persoonlijke spullen nog in de woning aanwezig waren. Nergens blijkt uit dat de verdachte het wapen dat, mogelijk in een doos, in de woonkamer is aangetroffen heeft kunnen zien dan wel dat hij er op andere wijze van op de hoogte was dat dit in de woning was.
Reeds op grond hiervan dient de verdachte, die het hem ten laste gelegde ontkent, te worden vrijgesproken van het in zaak B onder 4 ten laste gelegde.
Vrijspraak zaak C primair
Het hof is met de rechtbank, de advocaat-generaal alsmede de raadsman van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de inbraak in de woning aan de [adres 12] nu hiervoor in het dossier geen aanknopingspunt kan worden gevonden. Hij dient daarom van het in zaak C primair ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
Bewijsoverwegingen zaak A feit 1 primair
De raadsman heeft betoogd dat de verklaringen van [medeverdachte] onbetrouwbaar zijn en geen steun vinden in andere objectieve bewijsmiddelen. De verklaring van [getuige] dient eveneens als niet geloofwaardig te worden beschouwd en terzijde te worden gesteld omdat hij deze pas bij de politie heeft afgelegd nadat een beloning was uitgeloofd.
Het hof overweegt als volgt.
Er bestaat geen aanleiding te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van [getuige]. Uitsluitend de door de raadsman aangevoerde omstandigheid dat een beloning is uitgeloofd vormt geen grond voor de conclusie dat hij in strijd met de waarheid heeft verklaard. Ook overigens bieden het dossier en het verhandelde ter terechtzitting hiervoor geen aanknopingspunt. De verklaring van [getuige], die op wezenlijke punten consistent en gedetailleerd is, zal daarom worden gebezigd bij de bewijsbeslissing.
Het hof is voorts van oordeel dat de door [medeverdachte] afgelegde verklaringen in de kern consistent zijn en betrouwbaar kunnen worden geacht, temeer nu hij hiermee zichzelf heeft belast.
De verklaring van [medeverdachte] wordt voor zover deze het onderhavige feit betreft, voorts ondersteund door andere bewijsmiddelen.
Zo heeft [medeverdachte] verklaard dat de verdachte bijhield in welke woningen oude mensen wonen en of ze alleen wonen. De verdachte had hem verteld dat hij in de woning aan de [adres 2] zijn slag moest slaan. Daar woonde een oude vrouw alleen.
De getuige [getuige] heeft verklaard dat de verdachte hem de dag na de overval heeft verteld dat hij samen met Jebba (het hof begrijpt: [medeverdachte]) de overval op de oude mevrouw aan de [adres 2] had gepleegd. De verdachte heeft hem verteld dat hij het huis al een tijdje in de gaten hield en dat hij wist dat het een makkelijk doelwit was.
Zowel [medeverdachte] als [getuige] verklaren dat het bij de inbraak gebruikte breekijzer van de verdachte was. Ter terechtzitting in eerste aanleg heeft de verdachte bevestigd dat hij het breekijzer heeft gekocht en aan [medeverdachte] ter beschikking heeft gesteld.
[medeverdachte] heeft verklaard dat hij na de inbraak, na even bij de verdachte thuis te zijn geweest, naar huis is gegaan. Daar liet hij de verdachte, zoals afgesproken, weten dat hij weer (veilig) thuis was.
Dit wordt bevestigd door telefoongegevens van de verdachte waaruit blijkt dat [medeverdachte] op 5 maart 2014 om 03.50 uur het bericht “Osso” (het hof begrijpt: huis) naar zijn telefoon heeft gestuurd.
Gelet op het vorenstaande zal ook de belastende verklaring van [medeverdachte] in aanmerking worden genomen bij de bewijsbeslissing.
Nu er voorts, gelet op vorenstaande feiten en omstandigheden, bezien in samenhang met de overige te bezigen bewijsmiddelen, sprake is van voldoende steunbewijs acht het hof het in zaak A onder feit 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Het verweer van de raadsman faalt.

Bewijsoverwegingen in zaak C subsidiair

Op 9 april 2013 zag een verbalisant de verdachte de winkel ‘[bedrijfsnaam]’ binnengaan. Deze winkel koopt onder andere goud in. Navraag bij de eigenaar van de winkel wees uit dat de verdachte daar vijf sieraden had ingeleverd. Deze sieraden bleken niet lang daarvóór uit de woning van [slachtoffer 12] te zijn gestolen.
De verdachte heeft verklaard dat hij de sieraden van iemand heeft gekregen omdat die persoon hem nog geld schuldig was. De verdachte heeft echter niets willen of kunnen verklaren omtrent de personalia van deze persoon. Ook overigens heeft hij over de verkrijging van deze sieraden geen concrete informatie verschaft.
Uit de uiterst vage, niet verifieerbare verklaring van de verdachte met betrekking tot de wijze van verkrijging van de sieraden, die kort daarvoor zijn gestolen, leidt het hof af dat de verdachte hierover geen openheid van zaken heeft willen geven hetgeen de conclusie rechtvaardigt dat de verdachte op het moment van verkrijging wist dat deze sieraden van misdrijf afkomstig waren.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in zaak A onder 1 primair en in zaak C subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak A met parketnummer 15-870485-14:
1 primair:
hij op 5 maart 2014, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een woning gelegen aan de [adres 2], een goudkleurig sieraad, toebehorende aan [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum]), waarbij zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Zaak C met parketnummer 15-703359-13:
subsidiair:
hij op 9 april 2013 te Alkmaar een hoeveelheid sieraden voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die sieraden wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
Hetgeen in zaak A onder 1 primair en in zaak C subsidiair meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het aanwenden van een rechtsmiddel zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het in zaak A onder 1 primair en in zaak C subsidiair bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het in zaak A onder 1 primair bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak,
Het in zaak C subsidiair bewezen verklaarde levert op:
opzetheling.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het in zaak A onder 1 primair en in zaak C subsidiair bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf en maatregel

De rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg in zaak A onder 1 primair, 2 subsidiair, 3, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair, in zaak B onder 1 primair, 3 primair, 4 en in zaak C subsidiair bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte en het openbaar ministerie hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het in zaak A onder 1 primair, 2 subsidiair, 3, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair, in zaak B onder 1 primair, 3 primair, 4 en in zaak C subsidiair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf en maatregel bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich samen met zijn medeverdachte schuldig gemaakt aan een inbraak in de woning van een 88-jarige vrouw, waarbij een aan haar toebehorend sieraad is weggenomen. De verdachte heeft hierbij een organiserende, faciliterende en leidende rol gespeeld. Het handelen van de verdachte en diens medeverdachte getuigt van een groot gebrek aan respect voor het eigendom van een ander. Ook is door deze inbraak in het holst van de nacht het gevoel van veiligheid van het slachtoffer in haar eigen woning op grove wijze aangetast. Feiten als de onderhavige bevorderen gevoelens van onveiligheid in de samenleving.
De verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan opzetheling van sieraden. Hiermee heeft hij geprofiteerd van het misdrijf van een ander waarbij de oorspronkelijke eigenaar van deze goederen is gedupeerd.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 11 augustus 2016 is hij eerder voor diefstal onherroepelijk veroordeeld, hetgeen in zijn nadeel weegt.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 720,00 voor materiële schade. De benadeelde partij is bij het vonnis waarvan beroep in haar vordering niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
Het hof overweegt met de rechtbank dat op grond van artikel 51f, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering de erfgenamen zich voor deze onder algemene titel verkregen vordering wat betreft vermogensschade kunnen voegen in het strafproces, wanneer het slachtoffer als gevolg van het strafbare feit is overleden. Wanneer het slachtoffer later, door een andere oorzaak, is overleden kan de nabestaande zich niet voegen als benadeelde voor de door hem of haar onder algemene titel verkregen vordering. Volgens de Hoge Raad is in een dergelijk geval geen sprake van rechtstreekse schade in de zin van artikel 51f, eerste lid, Sv. Gelet hierop dient de benadeelde partij niet ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering. Wel kan zij de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 300,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het in zaak A onder 3 ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 223,14. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
Nu het openbaar ministerie en de verdachte ten aanzien van zaak B feit 2 niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep, blijft de door de rechtbank gegeven vrijspraak in stand. De benadeelde partij kan gelet hierop niet in haar vordering worden ontvangen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 57, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de rechtbank Alkmaar van 18 oktober 2011 (parketnummer: 14-810310-11) opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom zal de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte en het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het in zaak B met parketnummer 15-700475-14 onder 2 primair ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover nog aan het oordeel van het hof onderworpen en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in zaak A met parketnummer 15-870485-14 onder 2 primair, 2 subsidiair, 2 meer subsidiair, 3, 4 primair, 4 subsidiair, 5 primair, 5 subsidiair, 6 primair, 6 subsidiair, 7 primair en 7 subsidiair, in zaak B met parketnummer 15-700475-14 onder 1 primair, 1 subsidiair, 3 primair, 3 subsidiair en 4 en in zaak C met parketnummer 15-703359-13 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in zaak A met parketnummer 15-870485-14 onder 1 primair en in zaak C met parketnummer 15-703359-13 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in zaak A met parketnummer 15-870485-14 onder 1 primair en in zaak C met parketnummer 15-703359-13 subsidiair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
2. breekijzer.
Gelast de teruggave aan de verdachtevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1. scooter Aprilia.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
3. imitatievuurwapen.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 3] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 9] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de rechtbank Alkmaar van 18 oktober 2011, parketnummer 14-810310-11, te weten van:
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. F.M.D. Aardema, mr. A.D.R.M. Boumans en mr. A.E. Kleene-Krom, in tegenwoordigheid van mr. A.S. Metgod, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 september 2016.
mr. A.D.R.M. Boumans is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[.]