Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde sub 1] ,
[geïntimeerde sub 2],
[geïntimeerde sub 3],
[geïntimeerde sub 4],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Apollo Investments BV
1. Verhuurder verklaart met ingang van: 15-02-2015 voor onbepaalde tijd te hebben verhuurd aan huurder die in huur heeft aanvaard:
2. Het gehuurde is uitsluitend bestemd om te worden gebruikt als woonruimte en zal bewoond worden door maximaal: 4 personen.
3.Beoordeling
grieven 1 tot en met 3door Apollo ingenomen standpunt laat zich als volgt samenvatten. De kantonrechter gaat volgens Apollo uit van de onjuiste premisse dat [geïntimeerden] één huurobject huren. Zij stelt dat in feite meerdere huurobjecten worden verhuurd en dat die objecten ieder op zichzelf als onzelfstandige woonruimten dienen te worden gekwalificeerd. Het staat [geïntimeerden] daarom niet vrij onder te verhuren. Het stond partijen bij het sluiten van de huurovereenkomst voor ogen dat [geïntimeerden] in de woonlaag ieder een eigen kamer zouden betrekken die exclusief door de desbetreffende huurder in gebruik zou worden genomen. Vooraf was precies duidelijk wie van [geïntimeerden] welke kamer zou betrekken. De keuken, het toilet en de douche zouden door [geïntimeerden] worden gedeeld. Het ging feitelijk dus om kamerverhuur. De huur wordt ook door iedere huurder apart en rechtstreeks aan Apollo voldaan. Voor de vraag hoe de huurovereenkomst dient te worden gekwalificeerd is relevant wat de bedoeling van partijen was, hoe de ruimtes zijn ingericht en hoe het feitelijk gebruik is, aldus Apollo. De bedoeling van partijen volgt onder meer ook uit de naam die aan het huurcontract is gegeven. Die titel wijst erop dat partijen hebben bedoeld onzelfstandige woonruimte te (ver)huren. De kantonrechter heeft deze door partijen zelf aan de huurovereenkomst gegeven kwalificatie ten onrechte niet bij zijn oordeel meegewogen.
Het hof overweegt als volgt.