Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
mr. F.J. Mascini,te Haarlem,
mr. K.N. Holtropte Lelystad.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen de man en de vrouw, die in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. De echtscheiding werd uitgesproken op 5 juni 2013, en de man is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De rechtbank had de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap vastgesteld, waarbij de echtelijke woning aan de vrouw werd toegedeeld, onder de voorwaarde dat zij financieel in staat was om de woning op haar naam te stellen. De man heeft grieven ingediend tegen deze beslissing en vorderingen gedaan om andere posten in de verdeling mee te nemen.
Tijdens de zitting van het hof op 12 mei 2016 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het hof heeft geoordeeld dat de man niet aan de vrouw een gebruiksvergoeding hoeft te betalen voor de periode dat hij alleen in de woning woonde, omdat de vrouw na haar vertrek uit de woning niet heeft bijgedragen aan de eigenaarslasten en het onderhoud van de woning. Het hof heeft ook geoordeeld dat de man de woning zal ontvangen tegen een waarde van € 155.000,-, onder de voorwaarde dat hij de hypothecaire verplichtingen overneemt.
Daarnaast heeft het hof de verdeling van de schulden aan de ING Bank vastgesteld, waarbij beide partijen ieder voor de helft draagplichtig zijn. Het hof heeft de vordering van de man tot verrekening van niet afgedragen pensioengelden afgewezen, maar heeft bepaald dat de vrouw zal meewerken aan een splitsing van het fiscaal compensabele verlies dat in de onderneming is opgebouwd. Het hof heeft het bestreden vonnis gedeeltelijk vernietigd en de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.