Uitspraak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 27 februari 2013 tot en met 5 mei 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval van een of meer ander(en), met het oogmerk die voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval die ander(en) te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers door,
zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 oktober 2013 tot en met 2 november 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1], in elk geval van een ander, met het oogmerk die voornoemde [slachtoffer 1], in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers door, bij voornoemde [slachtoffer 1] (woonachtig op het adres [adres 2]) gedurende (ongeveer) anderhalve week, éénmaal of meermalen brief/brieven met grove, beledigende, seksuele teksten in de (brieven)bus bij voornoemde [slachtoffer 1] te doen;
Vonnis waarvan beroep
Bespreking ter terechtzitting gevoerde verweren
Bewezenverklaring
zij in de periode van 27 februari 2013 tot en met 5 mei 2013 te Amsterdam, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], met het oogmerk die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te dwingen iets te dulden en vrees aan te jagen, door
zij in de periode van 21 oktober 2013 tot en met 2 november 2013 te Amsterdam, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1], met het oogmerk die voornoemde [slachtoffer 1] te dwingen iets te dulden en vrees aan te jagen, door bij voornoemde [slachtoffer 1] gedurende anderhalve week, brieven met grove, beledigende, seksuele teksten in de brievenbus te doen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren of ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 702,50(zevenhonderdtwee euro en vijftig cent).
€ 500,00 (vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.