ECLI:NL:GHAMS:2016:3384
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.F.G.H. Beckers
- R.G. Kemmers
- P.J.W.M. Sliepenbeek
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling alimentatie en terugbetalingsverplichting in hoger beroep
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, betreft het een herbeoordeling van de alimentatieverplichtingen van de man ten opzichte van de vrouw, na een eerdere beschikking van 24 mei 2016. De man, appellant, en de vrouw, geïntimeerde, zijn in een echtscheidingsprocedure verwikkeld, waarbij de alimentatie vanaf 1996 opnieuw beoordeeld moest worden vanwege gestegen inkomsten van de alimentatiegerechtigde. Het hof heeft in zijn eerdere beschikking de bestreden beschikking vernietigd en de alimentatie voor de vrouw vastgesteld op € 597,- per maand vanaf 1 januari 2002, met een verhoging naar € 1.744,- per maand van 1 januari 2003 tot 1 januari 2004.
In de onderhavige uitspraak heeft het hof de inkomensgegevens van de vrouw over de jaren 2008 en 2009 beoordeeld. De vrouw ontving in 2008 een totaal inkomen van € 31.257,-, wat resulteerde in een maandinkomen van € 2.605,-. De behoefte van de vrouw was in dat jaar vastgesteld op € 5.029,- per maand, wat leidde tot een aanvullende behoefte van € 2.424,- per maand. Het hof heeft vastgesteld dat de uitkering tot levensonderhoud van de vrouw in 2008 op € 2.424,- per maand moet worden vastgesteld, gezien de wijziging in omstandigheden.
Voor het jaar 2009 ontving de vrouw een totaal inkomen van € 41.445,-, wat resulteerde in een maandinkomen van € 3.454,-. De behoefte van de vrouw was in dat jaar € 5.225,- per maand, met een aanvullende behoefte van € 1.771,- per maand. Het hof heeft ook hier vastgesteld dat de uitkering tot levensonderhoud van de vrouw over de periode van 1 januari 2009 tot 12 maart 2009 op € 1.771,- per maand moet worden vastgesteld. De man had verzocht om restitutie van teveel betaalde alimentatie, maar dit verzoek werd afgewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 16 augustus 2016.