ECLI:NL:GHAMS:2016:3358
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake huurovereenkomst en huurachterstand met betrekking tot stankoverlast in de woning
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, waarin de vorderingen van de Stichting Stadgenoot zijn toegewezen. De zaak betreft een huurovereenkomst voor een woning die in 2008 door Stadgenoot aan [appellante] is verhuurd. Stadgenoot heeft [appellante] gedagvaard vanwege een huurachterstand en heeft ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning gevorderd. In eerste aanleg heeft de kantonrechter geoordeeld dat [appellante] niet tijdig een tegenvordering tot huurprijsvermindering heeft ingesteld, waardoor haar verzoek om huurprijsvermindering niet aan de orde was. Het hof heeft de feiten die door de kantonrechter zijn vastgesteld als uitgangspunt genomen, aangezien deze niet in geschil zijn. De kern van het geschil in hoger beroep is of [appellante] tijdig een verzoek tot huurprijsvermindering heeft gedaan in een brief van 5 januari 2014, waarin zij haar klachten over stankoverlast uiteenzet. Het hof oordeelt dat de passage in de brief niet kan worden opgevat als een verzoek tot huurprijsvermindering, maar eerder als een beroep op opschorting van de huurbetalingen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, waarbij [appellante] wordt belast met de kosten van het geding in hoger beroep.