ECLI:NL:GHAMS:2016:3279
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wijziging hoofdverblijfplaats van een minderjarige in het kader van ouderschapsconflict
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vrouw tegen een beschikking van de kinderrechter die de hoofdverblijfplaats van haar minderjarige kind bij de man heeft vastgesteld. De vrouw is op 12 april 2016 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 13 januari 2016, waarin de kinderrechter heeft bepaald dat de hoofdverblijfplaats van het kind bij de man zal zijn. De vrouw verzoekt om haar vervangende toestemming te verlenen om met het kind naar een andere plaats te verhuizen, terwijl de man de beschikking van de kinderrechter wil bekrachtigen. De zaak is behandeld op 4 juli 2016, waarbij beide partijen en hun advocaten aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling en de Raad voor de Kinderbescherming.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de vrouw en de man hebben van oktober 2008 tot oktober 2013 een relatie gehad en hebben samen een kind, geboren in 2010. Sinds 24 juli 2012 oefenen zij gezamenlijk het ouderlijk gezag uit. De vrouw heeft op 5 maart 2016 verhuisd naar een andere plaats en verzoekt nu om de hoofdverblijfplaats van het kind te wijzigen. De man heeft echter een stabiele situatie gecreëerd voor het kind en is van mening dat een verhuizing niet in het belang van het kind is. De kinderrechter heeft in zijn beslissing de psychische problemen van beide ouders en de stabiliteit van de situatie van het kind meegewogen.
Het hof oordeelt dat de beslissing van de kinderrechter om de hoofdverblijfplaats bij de man te laten, in stand blijft. Het hof concludeert dat de vrouw niet voldoende heeft aangetoond dat een verhuizing naar de nieuwe woonplaats in het belang van het kind zou zijn. De vrouw heeft weliswaar een nieuwe relatie en een nieuwe woonomgeving, maar het hof acht de stabiliteit en continuïteit van de huidige situatie bij de man van groter belang voor het kind. De beslissing van de kinderrechter wordt bekrachtigd, en de verzoeken van de vrouw worden afgewezen.