ECLI:NL:GHAMS:2016:3276

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 juli 2016
Publicatiedatum
11 augustus 2016
Zaaknummer
23-001314-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal van drie broeken met toepassing van artikel 9a SR

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 3 oktober 2007. De verdachte, geboren in 1958, was beschuldigd van diefstal van drie broeken, die toebehoorden aan het winkelbedrijf Bever Zwerfsport. De tenlastelegging betrof een diefstal gepleegd op 16 december 2006 te Amsterdam. De verdachte heeft tijdens de terechtzitting in hoger beroep verklaard het feit te hebben bekend. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een periode van ongeveer acht jaar in het buitenland heeft verbleven en daar van zijn verslaving aan harddrugs is afgekickt. Gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn terugkeer naar Nederland voor de opvoeding van zijn dochter en zijn huidige schuldenproblematiek, heeft het hof besloten geen straf of maatregel op te leggen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van hetgeen meer of anders was ten laste gelegd. Het hof heeft het bewezen verklaarde als strafbaar gekwalificeerd, maar gezien de lange tijdsverloop en de verbeterde omstandigheden van de verdachte, is besloten om geen straf op te leggen.

Uitspraak

Parketnummer: 23-001314-16
Datum uitspraak: 28 juli 2016
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 3 oktober 2007 in de strafzaak onder parketnummer 13‑440057-07 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1958,
door de verdachte ter terechtzitting van 28 juli 2016 opgegeven postadres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 28 juli 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 16 december 2006 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen drie, in elk geval een of meer broeken, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf Bever Zwerfsport (filiaal [adres 2]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, reeds omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 16 december 2006 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen drie broeken, toebehorende aan het winkelbedrijf Bever Zwerfsport (filiaal [adres 2]).
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op:
  • de verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep van heden, inhoudende dat hij het feit bekent;
  • de zich in het dossier bevindende aangifte, namens Bever Zwerfsport gedaan door [slachtoffer].

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Geen oplegging van straf of maatregel

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 384,-, subsidiair 7 dagen hechtenis.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
Het hof heeft acht geslagen op de volgende feiten en omstandigheden.
Ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat de verdachte na het plegen van de bewezen verklaarde diefstal voor een periode van ongeveer acht jaar in het buitenland heeft verbleven. Hij was ten tijde van het bewezen verklaarde ernstig verslaafd aan harddrugs, maar daar is hij tijdens zijn verblijf in het buitenland van afgekickt. Sinds kort is de verdachte terug in Nederland, zodat zijn dochter hier naar school kan gaan. Het gaat inmiddels veel beter met de verdachte, hij gebruikt geen verdovende middelen meer, maar hij kampt op dit moment met schulden.
Gelet op het vorengaande en gelet ook op het lange tijdsverloop sinds het bewezen verklaarde, is het hof van oordeel dat het opleggen van een straf aan de verdachte thans niet langer passend is. Het hof zal derhalve bepalen dat aan de verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het bewezen verklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. G.M. Boekhoudt, mr. M.J.A. Plaisier en mr. M. Lolkema, in tegenwoordigheid van mr. D.G. Oomkes, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 28 juli 2016.
Mr. M.J.A. Plaisier is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.