Op 8 augustus 2016 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een beschikking gegeven in een geschil tussen verschillende besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, waaronder [A], [B], [C] en [D]. Dit geschil volgde op eerdere beschikkingen van 13 en 22 juli 2016, waarin een onderzoek was bevolen naar het beleid en de gang van zaken van de vennootschappen [A] en [C] over de periode van 1 januari 2013 tot 13 juli 2016. In deze eerdere beschikkingen werden ook maatregelen getroffen, waaronder de schorsing van de bestuurders [D] en [B] van de vennootschappen en de benoeming van nieuwe bestuurders, drs. D.G. Vierstra voor [A] en mr. J.R. Berkenbosch voor [C].
In de beschikking van 8 augustus 2016 werd mr. G.C. Endedijk aangewezen als onderzoeker om het eerder bevolen onderzoek uit te voeren. De Ondernemingskamer verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De uitspraak werd gedaan door een panel van rechters, waaronder de voorzitter mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar, en werd in aanwezigheid van de griffier mr. R. Verheggen uitgesproken tijdens een openbare zitting. De voorzitter was niet in staat om de beschikking te ondertekenen.
Deze zaak betreft belangrijke aspecten van het ondernemingsrecht, met name de aanwijzing van een onderzoeker in het kader van een geschil tussen aandeelhouders en bestuurders van vennootschappen. De Ondernemingskamer heeft de bevoegdheid om dergelijke onderzoeken te bevelen en maatregelen te treffen ter bescherming van de belangen van de vennootschappen en hun aandeelhouders.