ECLI:NL:GHAMS:2016:2994

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 juli 2016
Publicatiedatum
26 juli 2016
Zaaknummer
200.157.282/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van de vergoeding van de onderzoekers in een enquêteprocedure

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 22 juli 2016, wordt de vergoeding van de onderzoekers vastgesteld in het kader van een enquêteprocedure. De verzoeksters, Bambalia Limited en Gelvaser Investments Limited, hebben een verzoek ingediend tegen de besloten vennootschap ZED+ B.V. en verschillende belanghebbenden, waaronder Wisdom Entertainment S.A.R.L. en Vimpelcom Holdings B.V. De Ondernemingskamer heeft eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ZED+, waarbij een budget van maximaal € 250.000 (exclusief btw) was vastgesteld voor de onderzoekswerkzaamheden. De onderzoekers hebben uiteindelijk een bedrag van € 240.138,69 (exclusief btw) gedeclareerd voor hun werkzaamheden, waartegen geen bezwaren zijn ingediend door de betrokken partijen. De Ondernemingskamer oordeelt dat dit bedrag lager is dan het initieel vastgestelde budget en komt niet onredelijk voor. De beschikking bepaalt dat de vergoeding van de onderzoekers wordt vastgesteld op het gedeclareerde bedrag en verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, bijgestaan door twee raden, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.157.282/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 22 juli 2016
1. de rechtspersoon naar het recht van Cyprus
BAMBALIA LIMITED,
gevestigd te Limassol, Cyprus,
2. de rechtspersoon naar het recht van Cyprus
GELVASER INVESTMENTS LIMITED,
gevestigd te Limassol, Cyprus,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. J.H. Lemstraen
mr. T. Salemink, beiden kantoorhoudende te Amsterdam
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZED+ B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. M.H.C. Sinninghe Damstéen
mr. E.N. de Jong, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de rechtspersoon naar het recht van Luxemburg
WISDOM ENTERTAINMENT S.A.R.L.,
gevestigd te Luxemburg, Luxemburg,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. T. de Waarden
mr. E.J. Cornelissen, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
2. de rechtspersoon naar het recht van Spanje
TORREAL S.A.,
gevestigd te Madrid, Spanje,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. C.C.A. van Rest,
mr. M.H.R.N.Y Cordeweneren
mr. D.T. Schuringa, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VIMPELCOM HOLDINGS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. R.G.J. de Haanen
mr. S.B. Garcia Nelen, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
4. de rechtspersoon naar het recht van Spanje
PLANETA CORPORACIÓN S.L.,
gevestigd te Barcelona, Spanje,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. M.W.E. Eversen
mr. S.E.M. Meijneke, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

5 [A] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen,
e n t e g e n

6 [B] ,

wonende te [....] ,

7 [C] ,

wonende te [....] ,

8 [D] ,

wonende te [....] ,

9 [E] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
niet verschenen,
e n t e g e n

10 [F] ,

wonende te [....] ,

11 [G] ,

wonende te [....] ,

12 [H] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. T.S. Jansen, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

13 [I] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen,
e n t e g e n

14 Frank Herbert SCHREVE,

wonende te Naarden,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. R.I. Loosen, kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
Partijen die in deze beschikking voorkomen, worden hierna als volgt aangeduid:
verzoeksters gezamenlijk als Bambalia c.s.;
verweerster als ZED+;
belanghebbende sub 1 als Wisdom;
belanghebbende sub 3 als Vimpelcom;
belanghebbende sub 5 als [A] ;
belanghebbende sub 14 als Schreve.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 27 november 2014, 3 december 2014, 16 december 2014, 13 februari 2015, 26 november 2015, 3 december 2015, 30 december 2015, 18 februari 2016 en 21 juni 2016 alsmede naar de beschikkingen van de raadsheer-commissaris in deze zaak van 31 maart 2016 en 13 juni 2016.
1.3
Bij de beschikkingen van 27 november 2014, 3 december 2014 en 16 december 2014 heeft de Ondernemingskamer - voor zover thans van belang - een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ZED+, bepaald dat het onderzoek ten hoogste € 250.000 (exclusief btw) mag kosten, mr. E. Hammerstein en mr. drs. F.A.L. van der Bruggen RA benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, alsmede bij wijze van onmiddellijke voorzieningen en vooralsnog voor de duur van het geding mr. P.N. Wakkie (hierna: Wakkie) benoemd tot bestuurder met doorslaggevende stem, en Schreve benoemd tot commissaris van ZED+, met doorslaggevende stem.
1.4
Bij de beschikking van 18 februari 2016 heeft de Ondernemingskamer - voor zover thans van belang - bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding [A] geschorst als bestuurder van ZED+.
1.5
Bij brief van 20 juni 2016 hebben de onderzoekers het onderzoeksverslag aan de Ondernemingskamer doen toekomen.
1.6
Bij de beschikking van 21 juni 2016 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het onderzoeksverslag ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden.
1.7
Bij e-mail van 23 juni 2016 hebben de onderzoekers aan de Ondernemingskamer bericht dat zij voor een bedrag van €240.138,69 (exclusief btw) aan uren hebben gedeclareerd, en
daartoe bijgevoegd een overzicht van verzonden declaraties en urenspecificaties van de verrichte werkzaamheden.
1.8
Bij e-mail van 27 juni 2016 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen tot 8 juli 2016 in de gelegenheid gesteld zich in verband met de door de Ondernemingskamer vast te stellen vergoeding van de onderzoekers op de voet van artikel 2:350 lid 3 BW uit te laten over voormelde e-mail met bijlagen van de onderzoekers.
1.9
Bij e-mails van 3 en 5 juli 2016 heeft mr. Cornelissen namens Wisdom verzocht te duiden welk bedrag de onderzoekers voor hun werkzaamheden verzoeken, waarop mr. Hammerstein bij e-mail van 5 juli 2016 heeft geantwoord dat het honorarium van de onderzoekers circa € 240.000 (exclusief btw) bedroeg. Daarop is van mr. Cornelissen niet meer vernomen.
1.1
Bij brief van 8 juli 2016 heeft mr. Garcia Nelen namens VimpelCom bericht dat zij zich ten aanzien van de vast te stellen vergoeding van de onderzoekers refereert aan het oordeel van de Ondernemingskamer. Bij e-mail van 11 juli 2016 heeft mr. Salemink namens Bambalia c.s. bericht dat ook zij zich terzake refereren aan het oordeel van de Ondernemingskamer. Van de overige partijen is in dit verband niet vernomen.

2.De gronden van de beslissing

Tegen het door de onderzoekers gedeclareerde bedrag aan onderzoekskosten zijn geen bezwaren aangevoerd. Dat bedrag is lager dan het initieel vastgestelde onderzoeksbudget en het bedrag komt de Ondernemingskamer niet onredelijk voor. De Ondernemingskamer zal de vergoeding van de onderzoekers overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 BW dan ook bepalen als hierna te vermelden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt de vergoeding van de onderzoekers op € 240.138,69 (exclusief btw);
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.C. Faber en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en dr. P.M. Verboom en drs. M.A. Scheltema, raden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Verheggen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 22 juli 2016.