In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 29 januari 2016 een beschikking gegeven inzake het verzoek van de verzoekers, vertegenwoordigd door mr. M.W. Renzen, tegen de verweerder, IE Funds II B.V., vertegenwoordigd door mr. D.J. Pijl. De Ondernemingskamer had eerder op 2 december 2015 een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van IE Funds II B.V. over de periode vanaf oktober 2010. Dit onderzoek was bedoeld om inzicht te krijgen in de bedrijfsvoering van de vennootschap en om eventuele misstanden aan het licht te brengen. In de beschikking van 7 december 2015 werd ing. J.A.H. Overing MBA aangewezen als onafhankelijk bestuurder van IE Funds II B.V. om toezicht te houden op het onderzoek.
Echter, op 31 december 2015 heeft mr. Renzen aan de Ondernemingskamer gemeld dat partijen een vaststellingsovereenkomst hadden getekend, waardoor er geen belang meer was bij het bevolen onderzoek. Mr. Pijl heeft vervolgens op 5 januari 2016 verzocht om het bevel tot onderzoek in te trekken en het geding te beëindigen. Beide partijen hebben bevestigd dat zij de Ondernemingskamer verzochten om het onderzoek te beëindigen en de onmiddellijke voorziening op te heffen.
De Ondernemingskamer heeft, gezien de unanieme instemming van partijen en het feit dat de OK-bestuurder geen bezwaar had tegen ontheffing uit zijn functie, besloten om het bevolen onderzoek te beëindigen en de onmiddellijke voorziening op te heffen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en drie raadsheren, en is openbaar uitgesproken.