ECLI:NL:GHAMS:2016:2925

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 juli 2016
Publicatiedatum
21 juli 2016
Zaaknummer
200.177.325/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel van dictum in echtscheidingsprocedure met verzoek om advies van het Internationaal Juridisch Instituut

In deze zaak, die zich in hoger beroep bevond bij het Gerechtshof Amsterdam, ging het om een echtscheiding tussen een vrouw en een man, waarbij de vrouw als appellante optrad. De zaak had eerder in eerste aanleg gespeeld, met een uitspraak van de rechtbank Amsterdam op 5 juli 2016. Het hof had in die beschikking een verzoek gedaan aan het Internationaal Juridisch Instituut (IJI) om een schriftelijk advies uit te brengen. Echter, het hof constateerde een kennelijke fout in het dictum van deze beschikking, omdat het niet had opgenomen dat de kosten van het advies ten laste van 's Rijks kas zouden komen. Dit was een vergissing die eenvoudig hersteld kon worden. De advocaten van beide partijen hadden op 11 juli 2016 telefonisch laten weten in te stemmen met het herstel van het dictum. Op 19 juli 2016 heeft het hof de beschikking hersteld, waarbij het dictum nu correct werd weergegeven. Het hof heeft de behandeling van de zaak pro forma aangehouden tot een later moment, en hield iedere verdere beslissing aan. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. T. Mekkelholt, en werd openbaar uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
Uitspraak: 19 juli 2016
Zaaknummmer: 200.177.325/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/13/557707 / FA RK 14-329 (HH/DC)
In de zaak in hoger beroep van:
[de vrouw] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
advocaat: mr. P. Tijsterman te Uithoorn,
tegen
[de man] ,
wonende te [woonplaats] , Groot-Brittanië ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. R.P.J. Hendrikx te Mijdrecht.

1.Aanvulling van het dictum

1.1.
Op 5 juli 2016 heeft het hof een beschikking gegeven waarin het dictum als volgt luidt:
alvorens verder te beslissen:
- verzoekt het Internationaal Juridisch Instituut (IJI), gevestigd R.J. Schimmelpennincklaan 20-22, 2517 JN Den Haag, een nader schriftelijk advies uit te brengen naar aanleiding van de vragen als vermeld in rechtsoverweging 4.9;
- bepaalt dat de griffier een afschrift van deze beschikking alsmede van het procesdossier aan het IJI zal toezenden;
- bepaalt dat de behandeling van de zaak daartoe zal worden aangehouden pro forma tot zondag
4 september 2016;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
1.2.
Het hof is gebleken dat sprake is van een kennelijke fout in de zin van artikel 31 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering die zich voor eenvoudig herstel leent. Het hof heeft verzuimd in het dictum op te nemen de bepaling dat de kosten van de beantwoording van de in rechtsoverweging 4.9. vermelde vragen ten laste zullen worden gebracht van ’s Rijks kas. De beschikking dient te worden hersteld. De advocaten van partijen hebben de griffier op 11 juli 2016 telefonisch laten weten daarmee in te stemmen.
1.3.
Dit leidt tot de volgende beslissing.

2.Beslissing

Het hof:
herstelt het dictum in de beschikking van 5 juli 2016 aldus dat dit als volgt komt te luiden:
alvorens verder te beslissen:
- verzoekt het Internationaal Juridisch Instituut (IJI), gevestigd R.J. Schimmelpennincklaan 20-22, 2517 JN Den Haag, een nader schriftelijk advies uit te brengen naar aanleiding van de vragen als vermeld in rechtsoverweging 4.9;
- bepaalt dat de griffier een afschrift van deze beschikking alsmede van het procesdossier aan het IJI zal toezenden;
- bepaalt dat de kosten van de beantwoording van de in rechtsoverweging 4.9. vermelde vragen ten laste zullen worden gebracht van ’s Rijks kas;
- bepaalt dat de behandeling van de zaak daartoe zal worden aangehouden pro forma tot zondag
4 september 2016;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.R. Sturhoofd, mr. A.N. van de Beek en mr. P.J.W.M. Sliepenbeek in tegenwoordigheid van mr. T. Mekkelholt als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2016.