Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
CAPRICORN CAPITAL LTD,
1.Het geding in hoger beroep
- conclusie van eis in hoger beroep (overeenkomstig de appeldagvaarding), met
2.Feiten
3.Beoordeling
notes(obligaties) uitgegeven. De obligaties, die op verschillende beurzen worden verhandeld, zijn gegarandeerd door Oi als moedervennootschap. Uitgifte van de obligaties is onder meer onderworpen aan een zogenoemde
Trust Deed. Deze bevat, voor zover het de door PTIF uitgegeven obligaties betreft, een zogenoemde “
no-action”clausule inhoudende (onder meer) dat het instellen van een vordering tegen PTIF ten behoeve van de obligatiehouders in beginsel aan de
note-trusteeis voorbehouden en dat deze daartoe slechts gehouden is indien obligatiehouders met een gezamenlijk belang van ten minste 25% dit van de
note-trusteeverlangen.
noteholder(s)” hij optreedt.
and that it holds €11 million of the 4.625% PTIF Notes due 2020”.
Furthermore, we urge you to refrain any action which could in any way be detrimental to the recovery position of any creditor of PTIF and/or FinCo, including but not limited to any further on-lending of cash by FinCo to SA (hof: gedoeld wordt op Oi).
stakeholders(waaronder de crediteuren van FinCo en PTIF) getracht wordt te voorkomen dat de toestand van insolvabiliteit intreedt en dat de door Capricorn gevorderde voorziening deze herstructurering zal bemoeilijken.
note-documentatie is opgenomen dat voor het (via de
note-trustee) ondernemen van een actie jegens PTIF (bijvoorbeeld om deze te dwingen haar belangen en die van de houders van de door haar uitgegeven obligaties in de relatie tot FinCo veilig te stellen) de steun van ten minste 25% van de obligatiehouders is vereist. De positie van Capricorn wordt hierdoor mede bepaald en is, anders dan Capricorn lijkt te menen, in zoverre niet vergelijkbaar met die van een willekeurige schuldeiser van PTIF.
note-documentatie ervan uitgaan dat de
note-trusteein een voorkomend geval voor hun belangen opkomt en omtrent wiens positie, zoals gezegd, onvoldoende duidelijkheid bestaat) – niet van voldoende gewicht is om een voorziening als door haar gevorderd te rechtvaardigen.