ECLI:NL:GHAMS:2016:2824

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 juli 2016
Publicatiedatum
19 juli 2016
Zaaknummer
23-002836-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak oplichting wegens gebrek aan bewijs van wetenschap over omgekatte bromfiets

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van oplichting in verband met de verkoop van een bromfiets, die omgekat bleek te zijn. De tenlastelegging omvatte verschillende vormen van bedrog, waaronder het voorzien van de bromfiets van een vals voertuigidentificatienummer en het zich uitgeven voor de rechtmatige eigenaar. Tijdens de zitting op 17 juni 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdediging van de raadsman.

Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wist of moest vermoeden dat de bromfiets was omgekat. Het hof oordeelde dat het bewijs ontbrak dat de verdachte gebruik had gemaakt van een oplichtingsmiddel of dat hij opzet had op de ten laste gelegde oplichting. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen.

Daarnaast was er een vordering van de benadeelde partij, die in eerste aanleg een schadevergoeding had gevorderd. Aangezien de verdachte niet schuldig werd bevonden, verklaarde het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

parketnummer: 23-002836-14
datum uitspraak: 1 juli 2016
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 8 juli 2014 in de strafzaak onder parketnummer
15-149153-13 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1989,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
17 juni 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2012 tot en met 30 september 2012 in de gemeente Haarlem en/of gemeente Velsen, in ieder geval in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (ter hoogte van 800,00 euro), in elk geval van enig goed en/of geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk
- zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- een bromfiets (Piaggio Zip (kenteken [kenteken] )) (laten) voorzien van (een) ander(e), niet bij de bromfiets behorend(e), VIN-nummer en/of motornummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of (aldus) (laten) voorzien van een valse/andere identiteit en/of
- ( vervolgens) die/een bromfiets via een advertentie op www.markplaats.nl, te koop aangeboden en/of
- ( vervolgens) met voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] een afspraak gemaakt voor een ontmoeting/bezichtiging van die/een bromfiets en/of zich (vervolgens) uitgegeven voor de rechtmatige eigenaar en/althans als een te goeder trouw zijnde verkoper en/of
- ( aan) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] die/een bromfiets voorzien van (een) ander(e), niet bij die bromfiets behorend(e) VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of (aldus) voorzien van een valse/andere identiteit, laten zien en/of
- ( daarbij/daarmee) gezegd en/of de indruk gewekt dat het in/bij die bromfiets aanwezige VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs voor die bromfiets was afgegeven en/of (aldus) bij die bromfiets hoorde en/of dat het een "eerlijke" bromfiets betrof en/of
- ( vervolgens), die die bromfiets op naam van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] laten overschrijven, waardoor voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vordering van het Openbaar Ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf en schadevergoedingsmaatregel als door de politierechter in eerste aanleg opgelegd.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
De verdachte heeft een bromfiets aan de aangever verkocht. Deze bromfiets bleek te zijn omgekat doordat een voertuigidentificatienummer op de bromfiets was aangebracht dat niet behoorde bij die bromfiets. Bewijs dat de verdachte wist, dan wel moest vermoeden dat de bromfiets was voorzien van een niet bij die bromfiets behorend VIN- dan wel motornummer, ontbreekt in het dossier. Daarom is niet bewezen dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van een oplichtingsmiddel, noch dat hij opzet heeft gehad op de ten laste gelegde oplichting.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.059,32. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van € 1.041,32. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd en de vordering tot het bedrag van € 1.059,32 gehandhaafd.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N.A. Schimmel, mr. P.C. Römer en mr. A. Dantuma-Hieronymus, in tegenwoordigheid van mr. S.W.M. Stevens, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
1 juli 2016.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[....]