Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.EUROSAN V.O.F.,
INTEREST SWAENENBERGH B.V.,
KISA EXPLOITATIEMAATSCHAPPIJ B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
de kelder (gelegen onder het pand [adres 1] ) en begane grond van de bedrijfsruimte, hierna ‘het gehuurde’ genoemd, gelegen aan de [straatnaam] kadastraal bekend gemeente [plaats] , sectie [sectie] nummer [nummer] welke bedrijfsruimte nader is aangegeven op de als bijlagen bij deze overeenkomst gevoegde en daarvan deeluitmakende door partijen geparafeerde tekening en een door partijen geparafeerd proces-verbaal van oplevering waarin een beschrijving van de staat van het gehuurde wordt gegeven, eventueel aangevuld door partijen geparafeerde foto’s.”
Verhuurder verleent aan huurder toestemming om de muur tussen het pand [adres 2] ( [winkelnaam A] ) en [adres 1] ( [winkelnaam B] ) op bouwkundig verantwoorde wijze te verwijderen zodat één winkel ontstaat. Een en ander is voor rekening van de huurder. Verhuurder krijgt vooraf inzicht in de bouwplannen. Verhuurder garandeert dat de rood gearceerde muren (globaal aangegeven) die door de pijlen op bijgaande tekening globaal zijn aangegeven niet constructief (dragend) zijn.”
3.Beoordeling
grieven I tot en met VIIIbetreffen de vraag of de huurprijsherziening van het gehuurde aan de [straatnaam] moet worden gebaseerd op het gehuurde als twee objecten dan wel als één object. In
grief IXkeert Eurosan zich tegen het oordeel van de kantonrechter dat de stelling van Eurosan dat zij niet de bedoeling gehad kan hebben om de beleggingswaarde van het gehuurde te verlagen, onvoldoende relevant is. Deze grieven lenen zich voor een gezamenlijke bespreking.
grief IXheeft Eurosan aangevoerd dat, indien de bedoeling van partijen al van belang is, die bedoeling niet was dat de huurder het gehuurde zou omvormen tot één winkelruimte en aldus een eventueel lagere huurprijs zou kunnen bewerkstelligen. Volgens Eurosan is van belang hoe partijen het gehuurde destijds hebben gewaardeerd. Uit de hoogte van de huurprijs en ook uit de onderhandelingen blijkt, aldus Eurosan, dat partijen zijn uitgegaan van een waardering op basis van de toen bestaande situatie met twee winkelruimtes. Deze stelling heeft Eurosan onvoldoende geadstrueerd. Zij heeft geen concrete feiten en omstandigheden gesteld die tot die conclusie kunnen voeren. Zij heeft haar stelling niet met stukken gestaafd. Bestseller heeft een en ander uitdrukkelijk betwist. Van de juistheid van deze stelling kan dan ook niet worden uitgegaan. Bewijs van deze stelling heeft Eurosan niet aangeboden. Voor een ambtshalve bewijsopdracht op het onderhavige punt ziet het hof geen aanleiding.
grief Xklaagt Eurosan over het oordeel van de kantonrechter dat Eurosan met haar stelling dat het gehuurde twee toegangen en twee puien heeft en eenvoudig is te splitsen, eraan voorbij gaat dat een dergelijke splitsing een hypothetisch karakter heeft die mogelijk van invloed is bij nieuwe verhuur, maar niet in overeenstemming is met de lopende overeenkomst en het feitelijke gebruik. Eurosan stelt dat bij de huurprijsvaststelling moet worden gezocht naar panden die qua gebruiksmogelijkheden en oppervlakte vergelijkbaar zijn met het gehuurde in twee
nietsamengevoegde delen, hetgeen per definitie hypothetisch is en per definitie niet in overeenstemming met de (afspraken uit hoofde van) de huurovereenkomst.
grief XIIgeuite bezwaren.
- ii) Komt u naar aanleiding van de opmerkingen van Eurosan tot een andere waardering van een of meer van de vergelijkingspanden dan in uw rapport van 23 december 2013 (“Onafhankelijke deskundige rapportage”, definitieve versie, inleidende dagvaarding, productie 4) vermeld?
- iii) Wilt u, indien u de vorige vraag bevestigend beantwoordt, een nieuwe berekening maken van de huurprijs van het gehuurde per 1 juni 2013.
- iv) Heeft u nog andere opmerkingen die voor de beoordeling van het geschil van belang kunnen zijn.
grief XIII. Eurosan klaagt daarin over de toewijzing door de kantonrechter van de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldata over hetgeen Bestseller op basis van de definitieve huurprijsvaststelling aan huurpenningen teveel heeft betaald.
grieven XI en XIVmissen zelfstandige betekenis en behoeven geen afzonderlijke bespreking.