In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in Ghana in 1972, was op 2 december 2013 in Nederland verbleven, terwijl hij wist dat hij als ongewenst vreemdeling was verklaard op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd. Het hof oordeelde dat de Terugkeerrichtlijn niet van toepassing was, omdat de verdachte op 29 januari 2014 Nederland was uitgezet en er geen aanwijzingen waren dat hij zich nog in Nederland bevond. Het hof heeft de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft de eerdere veroordeling van de politierechter verworpen. De beslissing is genomen na het horen van de advocaat-generaal en de raadsman, waarbij het hof de ernst van het feit en de omstandigheden van de verdachte in overweging heeft genomen. De verdachte had eerder al een strafblad en het hof vond de opgelegde straf passend en geboden.