beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
VOORZITTER VAN DE ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.181.553/02 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 28 juni 2016
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. M.P.M. Fruytier, kantoorhoudende te Amsterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BEST GREEN B.V.,
gevestigd te Bleiswijk,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
gevestigd te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ELINCO GROUP B.V.,
gevestigd te Sprang-Capelle,
3.
[C],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. C.J. van Dijk, kantoorhoudende te Ede.
Het verloop van het geding
1.1 De voorzitter van de Ondernemingskamer zal partijen en overige (rechts)personen in het navolgende (ook) als volgt aanduiden:
- verzoekster met [A] ;
- verweerster met Best Green;
- belanghebbende 1 met [B] ;
- belanghebbende 2 met Elinco Group;
- belanghebbende 3 met [C] ;
- belanghebbenden gezamenlijk met [B] c.s.
1.2 De voorzitter van de Ondernemingskamer verwijst naar het proces-verbaal van het verhandelde ter terechtzitting van 24 juli 2014 en naar de beschikkingen van de Ondernemingskamer in de zaak met nummer 200.149.154/01 OK van 4 en 5 augustus 2014, 8 oktober 2015 en 3 februari 2016 alsmede naar de beschikking van de Ondernemingskamer in deze zaak van heden. Bij de beschikkingen van 4 en 5 augustus 2014 heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Best Green, mr. W.G. van Hassel (hierna: de onderzoeker) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, bepaald dat het onderzoek ten hoogste € 25.000 (exclusief btw) mag kosten, alsmede - bij wijze van onmiddellijke voorzieningen en vooralsnog voor de duur van het geding - [A] en [B] geschorst als bestuurders van Best Green, ir. A. van der Walle (hierna: Van der Walle) benoemd tot bestuurder van Best Green, en bepaald dat alle aandelen in Best Green ten titel van beheer aan de benoemde bestuurder zijn overgedragen.
1.3 Het verslag van het onderzoek met de daarbij behorende bijlagen is op 8 oktober 2015 ter griffie van de Ondernemingskamer gedeponeerd. Bij beschikking van dezelfde datum heeft de Ondernemingskamer bepaald – voor zover hier van belang – dat het verslag van het onderzoek met bijlagen ter inzage ligt voor belanghebbenden.
1.4 [A] heeft bij op 8 december 2015 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht – zakelijk weergegeven – bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, vast te stellen dat sprake is geweest van wanbeleid bij Best Green, [B] c.s. te veroordelen in de kosten van de procedure en het onderzoek en op de voet van artikel 2:356 BW bepaalde voorzieningen te treffen.
1.5 [A] heeft in voornoemd verzoekschrift tevens, zo heeft de Ondernemingskamer verstaan, de voorzitter van de Ondernemingskamer verzocht haar te machtigen om uit het verslag van het onderzoek mededelingen te doen aan deren in de door haar aanhangig maken civiele procedure tegen [C] althans [B] en het verslag in die procedure te overleggen.
1.6 [B] c.s. hebben bij op 11 februari 2016 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift, met producties, – voor zover hier van belang – geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek tot het verlenen van de verzochte machtiging.
1.7 Tijdens de mondelinge behandeling van de hiervoor onder 1.4 genoemde verzoeken van [A] , heeft de Ondernemingskamer medegedeeld dat de voorzitter van de Ondernemingskamer gelijktijdig met de onderhavige beschikking, bij beschikking uitspraak zal doen op het verzoek tot machtiging.
1.8 Bij beschikking van heden heeft de Ondernemingskamer – kort gezegd en voor zover hier van belang – wanbeleid van Best Green vastgesteld, [B] en [A] ontslagen als bestuurders van Best Green en Best Green ontbonden.