ECLI:NL:GHAMS:2016:2750
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep na intrekking van het beroep
Op 23 juni 2016 heeft het gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een verdachte, geboren op de Nederlandse Antillen in 1957, die momenteel gedetineerd is in P.I. Noord Holland Noord, Unit Zuyder Bos te Heerhugowaard. De verdachte had eerder op 30 maart 2016 zijn zaak aan het hof voorgelegd, maar trok op 19 mei 2016 zijn beroep tegen het vonnis van de politierechter, dat op 4 februari 2016 was uitgesproken, in. Het hof concludeert hieruit dat de verdachte geen bezwaren meer tegen het vonnis handhaaft en dat er geen rechtens te beschermen belang is dat voortzetting van de behandeling van het hoger beroep rechtvaardigt. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de raadsheren W.M.C. Tilleman, F.M.D. Aardema en J.W. Moors aanwezig waren. De uitspraak vond plaats op een openbare terechtzitting op 23 juni 2016.