ECLI:NL:GHAMS:2016:2642
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep na nepagententruc
Op 5 juli 2016 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 28 juli 2015 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in Roemenië in 1974, die zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland is. De verdachte was aangeklaagd voor diefstal in vereniging en oplichting in vereniging, waarbij de advocaat-generaal een gevangenisstraf van 11 weken had geëist, met aftrek van voorarrest. Tijdens de zitting op 21 juni 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de camerabeelden van het Victoriahotel, waarop de verdachte en zijn medeverdachten te zien zijn, niet voldoende bewijs leveren voor de aangifte. De gedragingen van de verdachte in het Art Hotel werden ook als onvoldoende gewichtiger bevonden om de aangifte te ondersteunen. Hierdoor oordeelde het hof dat niet wettig en overtuigend bewezen was wat de verdachte ten laste was gelegd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar met de aanvulling van gronden. De verdachte werd vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten.